Voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden uitgesteld of achterwege blijven indien:
de veroordeelde op grond van de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens is geplaatst in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden en zijn verpleging voortzetting behoeft;
is gebleken dat de veroordeelde zich na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf ernstig heeft misdragen, welke misdraging kan blijken uit:
ernstige bezwaren of een veroordeling terzake van een misdrijf;
gedrag dat tijdens de tenuitvoerlegging van de straf meermalen heeft geleid tot het opleggen van een disciplinaire straf;
de veroordeelde na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf zich hieraan onttrekt of hiertoe een poging doet;
door het stellen van voorwaarden het recidiverisico voor misdrijven onvoldoende kan worden ingeperkt dan wel indien de veroordeelde zich niet bereid verklaart de voorwaarden na te leven;
de vrijheidsstraf die ten uitvoer wordt gelegd, voortvloeit uit een onherroepelijke veroordeling door een buitenlandse rechter en de tenuitvoerlegging overeenkomstig het toepasselijke verdrag is overgenomen, voorzover de mogelijkheid van uitstel of achterwege blijven van voorwaardelijke invrijheidstelling de instemming van de buitenlandse autoriteit met de overbrenging heeft bevorderd.
Voorwaardelijke invrijheidstelling kan tevens worden uitgesteld of achterwege blijven, indien de feiten of omstandigheden als genoemd in het eerste lid, onder b, c of d, zich hebben voorgedaan gedurende de periode die ingevolge artikel 27, eerste lid, op de vrijheidsstraf in mindering wordt gebracht.
Indien Onze Minister van Justitie van oordeel is dat er op een van de gronden, genoemd in het eerste lid, reden is de voorwaardelijke invrijheidstelling met een bepaalde termijn uit te stellen of achterwege te laten, verzoekt hij het openbaar ministerie om een daartoe strekkende vordering in te dienen.
Indien het openbaar ministerie van oordeel is dat er op een van de gronden, genoemd in het eerste lid, reden is de voorwaardelijke invrijheidstelling met een bepaalde termijn uit te stellen of achterwege te laten, richt het onverwijld een daartoe strekkende schriftelijke vordering tot de rechtbank die in eerste aanleg heeft kennisgenomen van het strafbare feit terzake waarvan de straf die ten uitvoer wordt gelegd, is opgelegd. De vordering bevat de grond waarop zij berust. Een afschrift van de vordering wordt toegezonden aan de veroordeelde.
In de gevallen, bedoeld in artikel 15, vijfde lid, is tot kennisneming van de vordering bevoegd de rechtbank die in eerste aanleg heeft geoordeeld terzake van het feit waarvoor de langste onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is opgelegd. Bij straffen van gelijke lengte zijn rechtbanken gelijkelijk bevoegd. In het geval van de tenuitvoerlegging van een buitenlandse rechterlijke beslissing is tot kennisneming van de vordering bevoegd de rechtbank die het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen heeft verleend, dan wel de rechtbank in het arrondissement waar de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf plaatsvindt.
De vordering, bedoeld in het vierde lid, dient uiterlijk dertig dagen vóór het tijdstip van voorwaardelijke invrijheidstelling te zijn ontvangen op de griffie van de rechtbank. Het openbaar ministerie is in een later ingediende vordering ontvankelijk indien het aannemelijk maakt dat een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid zich eerst nadien heeft voorgedaan.
De voorwaardelijke invrijheidstelling kan telkens opnieuw met een bepaalde termijn worden uitgesteld dan wel, nadat zij is uitgesteld, achterwege blijven. Het derde tot en met zesde lid zijn van toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen
bijlage: bijlage
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
artikel: 69
Wetboek van Strafrecht
artikel: 15e, 15f, 77a, 15
Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (wijziging vervroegde invrijheidstelling in een voorwaardelijke invrijheidstelling)
artikel: VI
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
24-01-2018 |
|||||||
wijziging |
24-01-2018 |
11-12-2018 |
||||||
wijziging |
12-07-2012 |
15-08-2012 |
||||||
wijziging |
26-11-2009 |
25-03-2010 |
||||||
wijziging |
06-12-2007 |
30-05-2008 |
||||||
wijziging |
28-01-1999 |
04-02-1999 |
||||||
nieuw |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
vervallen |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
nieuw |
10-12-1975 |
Stb. 1975, 684 |
22-04-1976 |
Stb. 1976, 226 |