Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 15e

  • 1

    Bij de vordering, bedoeld in artikel 15d, vierde lid, zendt het openbaar ministerie de daarop betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toe. De voorzitter van de rechtbank bepaalt daarop onverwijld een dag voor het onderzoek van de zaak, tenzij hij vaststelt dat het openbaar ministerie in zijn vordering niet kan worden ontvangen.

  • 2

    Hangende de beslissing van de rechtbank wordt de veroordeelde niet voorwaardelijk in vrijheid gesteld.

  • 3

    Indien de veroordeelde geen raadsman heeft, geeft de voorzitter op verzoek van de veroordeelde aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand last tot aanwijzing van een raadsman. De veroordeelde en zijn raadsman kunnen voor de aanvang van het onderzoek van de stukken kennis nemen. Artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    Zowel het openbaar ministerie als de veroordeelde is bevoegd getuigen en deskundigen te doen dagvaarden of schriftelijk te doen oproepen om bij het onderzoek tegenwoordig te zijn. De artikelen 260 en 263 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 5

    De zaak kan worden behandeld en beslist door een enkelvoudige kamer van de rechtbank. Het onderzoek van de zaak vindt plaats ter openbare terechtzitting. De veroordeelde wordt in de gelegenheid gesteld bij de behandeling van zijn zaak tegenwoordig te zijn en zich door een raadsman te doen bijstaan. Het openbaar ministerie is bij het onderzoek aanwezig en wordt ter zake gehoord. Gedurende het onderzoek kan het openbaar ministerie zijn ingediende vordering wijzigen.

  • 6

    De artikelen 268, tweede en derde lid, 269 tot en met 277, 278, tweede lid, 279, 281, 284, eerste lid, 286, 287, tweede en derde lid, 288 tot en met 311, 315, 316, 318, 319, 320, eerste en tweede lid, 321, 322, 324, 326 tot en met 331, 345, eerste en derde lid, en 346 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 7

    De in het zesde lid genoemde artikelen vinden geen toepassing voorzover deze betrekking hebben op een getuige wiens identiteit niet of slechts ten dele blijkt.

Informatie geldend op 02-11-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Aanwijzing voorwaardelijke invrijheidstelling

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
    artikel: 69

  2. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 15i, 77a, 15

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-11-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35122

vervallen

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

01-03-2017

wijziging

17-11-2016

Stb. 2016, 476

34159

20-02-2017

Stb. 2017, 66

01-01-2013

wijziging

01-12-2011

Stb. 2011, 601

32468

13-09-2012

Stb. 2012, 408

01-07-2010

wijziging

17-12-2009

Stb. 2010, 2

31835

14-06-2010

Stb. 2010, 234

01-07-2008

wijziging

06-12-2007

Stb. 2007, 500

30513

30-05-2008

Stb. 2008, 194

01-01-1987

vervallen

26-11-1986

Stb. 1986, 593

18764

27-11-1986

Stb. 1986, 594

01-05-1976

nieuw

10-12-1975

Stb. 1975, 684

12751

22-04-1976

Stb. 1976, 226