Een taakstraf bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid. Het vonnis dan wel de strafbeschikking vermeldt het aantal uren dat de straf zal duren. Het vonnis dan wel de strafbeschikking kan de aard van de te verrichten werkzaamheden vermelden.
De taakstraf duurt ten hoogste tweehonderdenveertig uren.
De termijn binnen welke de taakstraf moet worden voltooid bedraagt een jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis, dan wel zes maanden na het onherroepelijk worden van de strafbeschikking. Het openbaar ministerie kan ambtshalve of op verzoek van de veroordeelde deze termijn eenmaal met eenzelfde termijn verlengen. Het zendt hiervan zo spoedig mogelijk een kennisgeving aan de veroordeelde.
De termijn binnen welke de taakstraf moet worden verricht wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
22-02-2017 |
|||||||
wijziging |
17-11-2011 |
12-12-2011 |
||||||
wijziging |
07-07-2006 |
21-12-2007 |
||||||
wijziging |
07-04-2005 |
08-06-2005 |
||||||
wijziging |
07-09-2000 |
20-01-2001 |
||||||
nieuw |
25-10-1989 |
Stb. 1989, 482 |
02-11-1989 |
Stb. 1989, 503 |