Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 31

  • 1

    Wanneer ontzetting van rechten wordt uitgesproken, bepaalt de rechter de duur als volgt:

    • 1°.

      bij veroordeling tot levenslange gevangenisstraf, voor het leven;

    • 2°.

      bij veroordeling tot tijdelijke gevangenisstraf of tot hechtenis, voor een tijd de duur van de hoofdstraf ten minste twee en ten hoogste vijf jaren te boven gaande;

    • 3°.

      bij veroordeling tot geldboete, voor een tijd van ten minste twee en ten hoogste vijf jaren;

    • 4°.

      bij afzonderlijke oplegging, voor een tijd van ten minste twee en ten hoogste vijf jaren.

  • 2

    De ontzetting van het recht vermeld in artikel 28, eerste lid, onder 3°, gaat in op de dag dat de veroordeling daartoe onherroepelijk is geworden. De ontzetting van een van de andere in artikel 28, eerste lid, vermelde rechten gaat in op de dag waarop de rechterlijke uitspraak kan worden ten uitvoer gelegd.

Informatie geldend op 02-11-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit Buitengewoon Strafrecht
    artikel: 9

  2. Invoeringswet Wetboek van Strafrecht
    artikel: 38

  3. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 77a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-11-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

19-05-1986

wijziging

23-04-1986

Stb. 1986, 206

18802

23-04-1986

Stb. 1986, 206

07-04-1986

wijziging

27-03-1986

Stb. 1986, 139

18973

27-03-1986

Stb. 1986, 140

01-09-1886

nieuwe-regeling

03-03-1881

Stb. 1881, 35

15-04-1886

Stb. 1886, 64