Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 77s

  • 1

    Aan de verdachte bij wie ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, kan de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen worden opgelegd, indien

  • 2

    De rechter legt de maatregel slechts op, nadat hij zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines. Van deze gedragsdeskundigen dient er één een psychiater te zijn. Het advies wordt door de deskundigen gezamenlijk dan wel door ieder van hen afzonderlijk uitgebracht. Indien dit advies eerder dan een jaar voor de aanvang van de terechtzitting is gedagtekend kan de rechter hier slechts gebruik van maken met instemming van het openbaar ministerie en de verdachte.

  • 3

    Bij toepassing van het eerste lid, kan de rechter afzien van het opleggen van straf, ook indien hij van oordeel is dat het feit wel aan de verdachte kan worden toegerekend.

  • 4

    Bij het opleggen van de maatregel neemt de rechter de ernst van het begane feit of de veelvuldigheid van voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf in aanmerking.

  • 5

    Het tweede lid blijft buiten toepassing indien de betrokkene weigert medewerking te verlenen aan het onderzoek dat ten behoeve van het advies moet worden verricht. Voor zover mogelijk maken de gedragsdeskundigen gezamenlijk dan wel ieder van hen afzonderlijk over de reden van weigering rapport op. De rechter doet zich zoveel mogelijk een ander advies of rapport, dat hem over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de oplegging van de maatregel kan voorlichten en aan de totstandkoming waarvan de betrokkene wel bereid is om medewerking te verlenen, overleggen.

  • 6

    Indien de maatregel is opgelegd draagt Onze Minister de tenuitvoerlegging op aan een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, of doet hij de veroordeelde elders opnemen.

  • 7

    De maatregel geldt voor de tijd van drie jaar.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-10-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

24-01-2018

Stb. 2018, 37

32399

01-01-2020

wijziging

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

18-12-2019

Stb. 2019, 507

01-04-2014

wijziging

27-11-2013

Stb. 2013, 485

33498

20-01-2014

Stb. 2014, 33

Alg. 1

01-07-2012

tot 01-07-2011

wijziging

05-04-2012

Stb. 2012, 155

33008

04-06-2012

Stb. 2012, 253

01-07-2011

wijziging

13-12-2010

Stb. 2010, 818

31915

15-06-2011

Stb. 2011, 296

Alg. 2

01-07-2005

wijziging

07-04-2005

Stb. 2005, 194

29413

08-06-2005

Stb. 2005, 300

01-09-2001

wijziging

02-11-2000

Stb. 2000, 481

26016

08-08-2001

Stb. 2001, 370

17-02-1999

wijziging

28-01-1999

Stb. 1999, 30

25836

04-02-1999

Stb. 1999, 40

01-09-1995

nieuw

07-07-1994

Stb. 1994, 528

21327

10-07-1995

Stb. 1995, 357

01-01-1988

wijziging

01-07-1987

Stb. 1987, 334

15416

09-12-1987

Stb. 1987, 558

vervallen

01-07-1987

Stb. 1987, 334

15416

09-12-1987

Stb. 1987, 558

01-07-1965

nieuw

09-11-1961

Stb. 1961, 402

4141

16-02-1965

Stb. 1965, 58

Opmerkingen

  • 1) Artikel V van Stb. 2013/485 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel VI van Stb. 2010/818 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.