Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 236

  • 1

    Hij die door enige handeling opzettelijk eens anders afstamming onzeker maakt, wordt, als schuldig aan verduistering van staat, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.

  • 2

    Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

  • 3

    Vervolging heeft niet plaats dan nadat een verzoek tot inroeping of tot betwisting van staat is gedaan en de burgerlijke rechter daarop een eindbeslissing heeft gegeven. Indien het verzoek echter door het stilzitten van partijen onvoldoende voortgang vindt, kan vervolging ook plaats hebben nadat de burgerlijke rechter heeft beslist dat er een begin van bewijs is.

Informatie geldend op 02-10-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003
    tekst: tekst

  2. Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
    tekst: tekst

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-10-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-04-1998

wijziging

24-12-1997

Stb. 1997, 773

25189

21-02-1998

Stb. 1998, 127

07-04-1986

wijziging

27-03-1986

Stb. 1986, 139

18973

27-03-1986

Stb. 1986, 140

01-05-1984

wijziging

10-03-1984

Stb. 1984, 91

17524

21-04-1984

Stb. 1984, 129

01-01-1970

wijziging

03-04-1967
samen met
28-05-1969

Stb. 1969, 167
samen met
Stb. 1969, 258

8436

04-06-1969

Stb. 1969, 259

01-09-1886

nieuwe-regeling

03-03-1881

Stb. 1881, 35

15-04-1886

Stb. 1886, 64