Bij veroordeling wegens doodslag, wegens moord of wegens een der in de artikelen 293, eerste lid, en 296 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.
Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 287 tot en met 289 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(02-10-2024)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
22-12-2005 |
09-01-2006 |
||||||
wijziging |
12-04-2001 |
15-03-2002 |
||||||
wijziging |
07-07-1993 |
Stb. 1993, 369 |
07-07-1993 |
Stb. 1993, 370 |
||||
vervallen |
01-05-1981 |
Stb. 1981, 257 |
17-05-1984 |
Stb. 1984, 218 |
||||
nieuw |
01-05-1981 |
Stb. 1981, 257 |
17-05-1984 |
Stb. 1984, 218 |
||||
wijziging |
10-03-1984 |
Stb. 1984, 91 |
21-04-1984 |
Stb. 1984, 129 |
||||
nieuwe-regeling |
03-03-1881 |
Stb. 1881, 35 |
15-04-1886 |
Stb. 1886, 64 |