Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanbestedingsbesluit
artikel: 8
Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht
artikel: 3
Besluit kwaliteit leefomgeving
artikel: 8.74t, 8.74w, 8.104
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003
tekst: tekst
Regeling veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
bijlage: 3
Richtlijn voor strafvordering kindermishandeling
tekst: tekst
Uitleveringswet
artikel: 51a
Wet wapens en munitie
artikel: 7
Wetboek van Strafrecht
artikel: 77s, 37a
Wetboek van Strafvordering
artikel: 51e, 67, 481
(02-10-2024)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
27-06-2000 |
27-06-2000 |