De schipper van een Nederlands schip die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen of zodanige bevoordeling te bedekken, hetzij het schip verkoopt, hetzij geld opneemt op het schip, het scheepstoebehoren of de scheepsvoorraad, hetzij zaken aan boord van het schip of zaken van de scheepsvoorraad verkoopt of verpandt, hetzij verdichte schaden of uitgaven in rekening brengt, hetzij niet zorgt dat aan boord de vereiste dagboeken overeenkomstig de wettelijke voorschriften worden gehouden, hetzij bij het verlaten van het schip niet zorgt voor het behoud van de scheepspapieren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(02-10-2024)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
28-01-1999 |
04-02-1999 |
||||||
wijziging |
23-05-1990 |
Stb. 1990, 379 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |
||||
wijziging |
10-03-1984 |
Stb. 1984, 91 |
21-04-1984 |
Stb. 1984, 129 |
||||
wijziging |
22-12-1924 |
Stb. 1924, 573 |
04-09-1926 |
Stb. 1926, 324 |
||||
nieuwe-regeling |
03-03-1881 |
Stb. 1881, 35 |
15-04-1886 |
Stb. 1886, 64 |