Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 408

  • 1

    Het hoger beroep moet binnen veertien dagen na de einduitspraak worden ingesteld indien:

    • a.

      de dagvaarding of oproeping om op de terechtzitting te verschijnen of de aanzegging of oproeping voor de nadere terechtzitting aan de verdachte in persoon is gedaan of betekend;

    • b.

      de verdachte op de terechtzitting of nadere terechtzitting is verschenen;

    • c.

      zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting of van de nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was;

    • d.

      de dagvaarding of oproeping binnen zes weken nadat door de verdachte op de voet van artikel 257e verzet is gedaan, rechtsgeldig aan de verdachte is betekend met inachtneming van artikel 588a en in eerste aanleg geen onvoorwaardelijke straf of maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming van langere duur meebrengt dan zes maanden.

  • 2

    In andere gevallen dan de in het eerste lid genoemde moet het hoger beroep worden ingesteld binnen veertien dagen nadat zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is.

  • 3

    Het tweede lid is niet van toepassing in geval van een verstrekking van een afschrift van het vonnis, als bedoeld in artikel 45b van de Overleveringswet.

  • 4

    Indien het onderzoek op de terechtzitting voor onbepaalde tijd is geschorst en de aanzegging of oproeping voor de nadere terechtzitting niet in persoon is gedaan of betekend, dan is de termijn bedoeld in het tweede lid van toepassing, tenzij

    • a.

      de verdachte op de nadere terechtzitting is verschenen of

    • b.

      zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was.

    Indien een van deze twee uitzonderingen zich voordoet, is de termijn genoemd in de aanhef van het eerste lid van toepassing.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten
    tekst: tekst

  2. Overleveringswet
    artikel: 45b

  3. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 71, 392

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

01-08-2011

wijziging

12-05-2011

Stb. 2011, 232

32188

01-07-2011

Stb. 2011, 342

01-02-2008

wijziging

07-07-2006

Stb. 2006, 330

29849

21-12-2007

Stb. 2008, 4

wijziging

23-03-2005

Stb. 2005, 175

29805

21-12-2007

Stb. 2008, 4

02-02-1998

wijziging

15-01-1998

Stb. 1998, 35

24834

15-01-1998

Stb. 1998, 36

01-05-1992

nieuw

27-11-1991

Stb. 1991, 663

21241

13-03-1992

Stb. 1992, 116

01-05-1992

vervallen

27-11-1991

Stb. 1991, 663

21241

13-03-1992

Stb. 1992, 116

16-02-1976

wijziging

14-01-1976

Stb. 1976, 9

13494

14-01-1976

Stb. 1976, 9

01-02-1940

wijziging

29-11-1935

Stb. 1935, 685

23-11-1939

Stb. 1939, 285

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465