De griffier van het gerecht, dat het vonnis of arrest heeft gewezen waartegen beroep in cassatie is ingesteld, zendt de stukken van het geding zo spoedig mogelijk aan de griffier van de Hoge Raad.
Indien door het openbaar ministerie beroep in cassatie is ingesteld tegen een vonnis waartegen voor de verdachte nog hoger beroep openstaat, geschiedt de in het eerste lid bedoelde inzending niet of wordt zij, heeft zij ten onrechte plaatsgehad, geacht niet eerder te hebben plaatsgevonden, dan nadat de termijn voor het hoger beroep is verstreken.
Indien alleen het openbaar ministerie beroep in cassatie heeft ingesteld, geschiedt de inzending niet of wordt aan haar, heeft zij ten onrechte plaats gehad, geen gevolg gegeven, dan nadat de in het eerste lid van artikel 433 bedoelde aanzegging heeft plaats gevonden of zich enige andere omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat het beroep de verdachte bekend is.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
05-10-2006 |
10-02-2007 |
||||||
vernummerd-wijziging |
01-10-1998 |
04-02-1999 |
||||||
wijziging |
14-01-1976 |
Stb. 1976, 9 |
14-01-1976 |
Stb. 1976, 9 |
||||
wijziging |
29-11-1935 |
Stb. 1935, 685 |
23-11-1939 |
Stb. 1939, 285 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
Opmerkingen
1) Artikel IV van Stb. 2006/470 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.