Bij verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman treft deze een voorziening voor zijn waarneming; indien blijkt dat dit niet is geschied, wordt zo nodig voor de verdachte onverwijld een andere raadsman aangewezen.
Blijkt van de verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman pas op de terechtzitting, dan geeft de voorzitter last tot aanwijzing van een andere raadsman.
Op verzoek van de aangewezen raadsman of van de verdachte kan een andere raadsman worden aangewezen.
Aanwijzing van een andere raadsman geschiedt door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand die de te vervangen raadsman heeft aangewezen. In geval de raadsman is aangewezen op last van een rechterlijke autoriteit, geschiedt de vervanging door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand met een afschrift van die vervanging aan de autoriteit die de last gaf.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Advocatenwet
artikel: 13
Overleveringswet
artikel: 43a
Uitleveringswet
artikel: 45a
Wet tijdelijk huisverbod
artikel: 5
Wetboek van Strafvordering
artikel: 509k
(01-08-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
17-11-2016 |
20-02-2017 |
||||||
|
wijziging |
05-11-2014 |
18-11-2014 |
||||||
|
wijziging |
01-12-2011 |
13-09-2012 |
||||||
|
wijziging |
10-05-2000 |
25-05-2000 |
||||||
|
wijziging |
27-05-1999 |
19-01-2000 |
||||||
|
wijziging |
26-10-1973 |
Stb. 1973, 509 |
26-10-1973 |
Stb. 1973, 509 |
||||
|
wijziging |
20-05-1955 |
Stb. 1955, 208 |
20-05-1955 |
Stb. 1955, 208 |
||||
|
wijziging |
29-11-1935 |
Stb. 1935, 685 |
21-12-1935 |
Stb. 1935, 783 |
||||
|
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||