Ingeval de officier van justitie den verdachte kennis geeft dat hij hem ter zake van een feit waarvoor voorloopige hechtenis is toegepast, niet verder zal vervolgen, wordt daardoor elk bevel tot voorloopige hechtenis van rechtswege opgeheven en daarvan in de kennisgeving melding gemaakt. De kennisgeving wordt aan de verdachte betekend.
Geschiedt de kennisgeving uitsluitend op grond dat de officier van justitie de rechtbank onbevoegd acht en is naar zijne meening een ander college wel bevoegd, dan kan hij bepalen dat het bevel nog gedurende drie dagen na die kennisgeving van kracht zal blijven. In de kennisgeving wordt daarvan melding gemaakt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wetboek van Strafvordering
artikel: 5.3.14
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
11-12-1980 |
Stb. 1980, 666 |
10-04-1981 |
Stb. 1981, 190 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |