Uiterlijk drie dagen na de tenuitvoerlegging kan de verdachte van de beslissing van de rechtbank, houdende een bevel tot gevangenneming of gevangenhouding bij het gerechtshof in hoger beroep komen. De termijn bedoeld in artikel 408, eerste lid, is niet van toepassing.
Binnen dezelfde termijn kan de verdachte in beroep komen van een bevel tot verlenging der gevangenhouding, doch slechts wanneer door hem geen hoger beroep werd ingesteld tegen het bevel tot gevangenhouding en ook niet tegen een eerder bevel tot verlenging. Deze beperking is niet van toepassing indien bij de verlenging van het bevel tot gevangenhouding het in het bevel omschreven feit is aangevuld dan wel gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 67 b, eerste lid.
Ingeval de rechtbank anders dan op vordering van de officier van justitie het bevel tot voorlopige hechtenis heeft opgeheven, staat tegen deze beschikking voor de officier van justitie uiterlijk veertien dagen daarna hoger beroep bij het gerechtshof open.
Het gerechtshof beslist zoo spoedig mogelijk. De verdachte wordt gehoord, althans opgeroepen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wetboek van Strafvordering
artikel: 5.3.14
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
22-04-1998 |
11-05-1998 |
||||||
wijziging |
21-12-1994 |
07-03-1995 |
||||||
wijziging |
16-04-1992 |
Stb. 1992, 214 |
16-04-1992 |
Stb. 1992, 214 |
||||
wijziging |
26-10-1973 |
Stb. 1973, 509 |
26-10-1973 |
Stb. 1973, 509 |
||||
wijziging |
20-05-1955 |
Stb. 1955, 208 |
20-05-1955 |
Stb. 1955, 208 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |