In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen.
De artikelen 126nf, tweede en derde lid, en 126nd, derde, vierde en zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
De officier van justitie doet van de verstrekking van gegevens proces-verbaal opmaken, waarin worden vermeld:
de gegevens, bedoeld in artikel 126nd, derde lid;
de verstrekte gegevens;
een omschrijving van het georganiseerd verband;
de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld;
de reden waarom de gegevens in het belang van het onderzoek worden gevorderd.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing inzake de informatie-uitwisseling in het kader van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken (552i Sv.)
tekst: tekst
Richtlijn inzake toepassing artikel 552i WvSv door het OM en informatieverstrekking door de politie (wederzijdse rechtshulp in strafzaken)
tekst: tekst
Telecommunicatiewet
artikel: 13.2b
Wetboek van Strafvordering
artikel: 126uh, 126bb, 126ug, 5.4.7, 5.1.7, 5.1.10, 592
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
16-07-2005 |
28-11-2005 |
||||||
nieuw |
18-03-2004 |
14-05-2004 |