In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie, indien het onderzoek dit dringend vordert, bevelen dat een opsporingsambtenaar deelneemt of medewerking verleent aan een groep van personen ten aanzien waarvan aanwijzingen bestaan dat daarbinnen een terroristisch misdrijf wordt beraamd of gepleegd.
Artikel 126h, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Het bevel vermeldt, behalve de gegevens, bedoeld in artikel 126za, tevens:
een omschrijving van de groep van personen;
de wijze waarop aan het bevel uitvoering wordt gegeven, daaronder begrepen strafbaar gesteld handelen, voor zover bij het geven van het bevel te voorzien, alsmede
de geldigheidsduur van het bevel.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing inzake de informatie-uitwisseling in het kader van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken (552i Sv.)
tekst: tekst
Richtlijn inzake toepassing artikel 552i WvSv door het OM en informatieverstrekking door de politie (wederzijdse rechtshulp in strafzaken)
tekst: tekst
Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 2019
artikel: 1
Wetboek van Strafvordering
artikel: 126zc, 126zu, 5.4.7, 5.1.7
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
20-11-2006 |
21-12-2006 |