De bevoegdheid van ambtenaren met de opsporing van strafbare feiten belast, is beperkt tot het grondgebied waarvoor zij zijn aangesteld of waar zij in overeenstemming met de bepalingen van de Politiewet 2012 buiten dat grondgebied hun taak vervullen.
Zij hebben het recht in de uitoefening hunner ambtsverrichtingen de hulp in te roepen van de politie en de Koninklijke marechaussee.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Arbeidsomstandighedenbesluit
artikel: 1.29
Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen
artikel: 2
Besluit Buitengewone Rechtspleging
artikel: 22
Circulaire bekwaamheidseisen buitengewoon opsporingsambtenaar
bijlage: bijlage
Wetboek van Strafvordering
artikel: 5.1.15, 318, 556, 566
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
12-07-2012 |
12-07-2012 |
||||||
wijziging |
11-12-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
09-12-1993 |
Stb. 1993, 725 |
07-01-1994 |
Stb. 1994, 27 |
||||
wijziging |
09-12-1993 |
Stb. 1993, 724 |
07-01-1994 |
Stb. 1994, 27 |
||||
wijziging |
04-07-1957 |
Stb. 1957, 244 |
23-12-1957 |
Stb. 1957, 545 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |