Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 146a

Ter plaatse waar en binnen de grenzen binnen welke zij bevoegd zijn tot opsporing, zijn hulpofficier van justitie:

  • a.

    de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;

  • b.

    de officieren van de Koninklijke marechaussee;

  • c.

    de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Defensie aangewezen onderofficieren van de Koninklijke marechaussee;

  • d.

    de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten en buitengewone opsporingsambtenaren.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit hulpofficieren van justitie van de bijzondere opsporingsdiensten

  2. Regeling hulpofficieren van justitie 2008

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit Buitengewone Rechtspleging
    artikel: 22

  2. Besluit hulpofficieren van justitie van de bijzondere opsporingsdiensten

  3. Besluit OM-afdoening
    artikel: 3.2

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2013

nieuw

01-12-2011

Stb. 2011, 601

32468

13-09-2012

Stb. 2012, 408

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 316

32822

12-07-2012

Stb. 2012, 317