Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 151d

  • 1

    De officier van justitie kan in het belang van het onderzoek bevelen dat een DNA-onderzoek plaatsvindt dat gericht is op het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken van de onbekende verdachte of het onbekende slachtoffer. Artikel 151a, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Het DNA-onderzoek kan slechts gericht zijn op het vaststellen van het geslacht, het ras of andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen uiterlijk waarneembare persoonskenmerken.

  • 3

    De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 4

    Het DNA-onderzoek kan slechts worden bevolen in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid.

  • 5

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze van uitvoering van het DNA-onderzoek.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit DNA-onderzoek in strafzaken
    artikel: 1b, 1

  2. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 464

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-04-2012

wijziging

24-11-2011

Stb. 2011, 555

32168

26-03-2012

Stb. 2012, 131

01-09-2003

nieuw

08-05-2003

Stb. 2003, 201

28072

17-07-2003

Stb. 2003, 312