De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Advocatenwet
artikel: 60e, 49
Gerechtsdeurwaarderswet
artikel: 42
Landbouwkwaliteitswet
artikel: 13r, 13s
Loodsenwet
artikel: 41
Reglement tuchtrechtspraak BKD 2005
artikel: 14
Rijksoctrooiwet 1995
artikel: 23t
Tribunaalbesluit
artikel: 45
Tuchtreglement COKZ 2012
artikel: 16, 17
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
artikel: 51
Wet dieren
artikel: 8.27
Wet militair tuchtrecht
artikel: 65
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
artikel: 68
Wet op de Watersnoodschade 1953
artikel: 46
Wet op het notarisambt
artikel: 102
Wet tuchtrechtspraak accountants
artikel: 36, 37
Wet zeevarenden
artikel: 55o
Wetboek van Strafvordering
artikel: 96a, 51j, 5.4.13, 100, 222, 290
(01-08-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
17-12-1997 |
19-12-1997 |
||||||
|
wijziging |
30-07-1925 |
Stb. 1925, 343 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||
|
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||