Zolang het onderzoek op de terechtzitting nog niet is aangevangen, kan de officier van justitie de dagvaarding intrekken. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de verdachte en aan de benadeelde partij.
De officier van justitie draagt zorg dat de gedagvaarde getuigen en deskundigen tijdig schriftelijk met de intrekking worden bekend gemaakt.
Wordt bij of na de intrekking der dagvaarding van verdere vervolging afgezien, dan doet de officier van justitie den verdachte onverwijld kennis geven dat hij hem ter zake van het feit waarop de dagvaarding betrekking had, niet verder zal vervolgen. De artikelen 246, 247 en 255 zijn van toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wetboek van Strafvordering
artikel: 511b
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
23-12-1992 |
Stb. 1993, 29 |
30-03-1995 |
|||||
wijziging |
11-12-1980 |
Stb. 1980, 666 |
10-04-1981 |
Stb. 1981, 190 |
||||
wijziging |
29-11-1935 |
Stb. 1935, 685 |
23-11-1939 |
Stb. 1939, 285 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |