Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 288

  • 1

    De rechtbank kan van de oproeping van niet verschenen getuigen als bedoeld in artikel 287, derde lid, bij met redenen omklede beslissing afzien, indien zij van oordeel is dat:

    • a.

      het onaannemelijk is dat de getuige binnen een aanvaardbare termijn ter terechtzitting zal verschijnen;

    • b.

      het gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige of deskundige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht, en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang om de getuige of deskundige ter terechtzitting te kunnen ondervragen;

    • c.

      redelijkerwijs valt aan te nemen dat daardoor het openbaar ministerie niet in zijn vervolging of de verdachte in zijn verdediging wordt geschaad.

  • 2

    Indien de officier van justitie op grond van artikel 264, tweede lid, onder b, heeft geweigerd een door de verdachte opgegeven getuige te doen oproepen of een door de rechtbank gegeven bevel tot oproeping van een getuige ten uitvoer te leggen en ten aanzien van die getuige geen beschikking op grond van artikel 226a, eerste lid, of 226n, eerste lid, is gegeven, stelt de rechtbank de stukken in handen van de rechter-commissaris teneinde de getuige te doen verhoren. In geval van een door de verdachte opgegeven getuige blijft de vorige volzin buiten toepassing, indien de rechtbank bij met redenen omklede beslissing van oordeel is dat door het achterwege blijven van het verhoor de verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging is geschaad. De officier van justitie dient onmiddellijk nadat de stukken in handen van de rechter-commissaris zijn gesteld, de vordering, bedoeld in artikel 226a, eerste lid, of artikel 226m, eerste lid, in. Artikel 316 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    De rechtbank kan voorts van de oproeping of hernieuwde oproeping van niet verschenen getuigen afzien, indien de officier van justitie en de verdachte daarmee uitdrukkelijk instemmen of hebben ingestemd.

  • 4

    Artikel 226 is van overeenkomstige toepassing.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Overleveringswet
    artikel: 30

  2. Uitleveringswet
    artikel: 29

  3. Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
    artikel: 28

  4. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 14i, 15e

  5. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 509m, 509dd, 287, 315, 322, 415, 418

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-11-2006

wijziging

28-09-2006

Stb. 2006, 460

29743

12-10-2006

Stb. 2006, 461

01-01-2005

wijziging

10-11-2004

Stb. 2004, 579

29254

09-12-2004

Stb. 2004, 640

01-07-2003

wijziging

03-04-2003

Stb. 2003, 143

28477

18-06-2003

Stb. 2003, 260

01-02-1998

nieuw

15-01-1998

Stb. 1998, 33

24692

15-01-1998

Stb. 1998, 34

01-01-1926

wijziging

30-07-1925

Stb. 1925, 343

04-12-1925

Stb. 1925, 465

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465