Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 296

  • 1

    Na het afleggen van zijn verklaring blijft de getuige in de zittingzaal, tenzij de rechtbank, met toestemming van de officier van justitie en de verdachte, hem vergunt zich te verwijderen, zo nodig met het bevel op een te bepalen tijdstip opnieuw aanwezig te zijn.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, is de toestemming van de verdachte niet vereist indien ten aanzien van de getuige het vermoeden bestaat, bedoeld in artikel 290, derde lid.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Overleveringswet
    artikel: 30

  2. Uitleveringswet
    artikel: 29

  3. Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
    artikel: 29

  4. Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
    artikel: 28

  5. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 14i, 15e

  6. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 509m, 509dd, 297, 415

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2010

wijziging

18-07-2009

Stb. 2009, 317

31436

25-03-2010

Stb. 2010, 152

01-02-1998

nieuw

15-01-1998

Stb. 1998, 33

24692

15-01-1998

Stb. 1998, 34

16-06-1955

wijziging

20-05-1955

Stb. 1955, 208

3741

20-05-1955

Stb. 1955, 208

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465