Indien de rechtbank het houden van eene schouw of het hooren van getuigen of verdachten elders dan in de gehoorzaal noodzakelijk acht, kan zij te dien einde, met schorsing der zaak, bevelen dat de terechtzitting tijdelijk zal worden verplaatst.
De rechtbank is bevoegd daartoe met de personen door haar aangewezen elke plaats te betreden. Artikel 146, tweede lid, is te haren aanzien van toepassing.
De rechtbank is bevoegd, naar aanleiding van de gesteldheid der plaats waar de tijdelijke terechtzitting zal worden gehouden, de noodige voorschriften te geven voor de wijze van behandeling der zaak op die terechtzitting.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Overleveringswet
artikel: 30
Uitleveringswet
artikel: 29
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
artikel: 29
Wet tarieven in strafzaken
artikel: 2
Wetboek van Strafrecht
artikel: 14i, 15e
Wetboek van Strafvordering
artikel: 509m, 509dd, 415
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
26-11-2009 |
25-03-2010 |
||||||
wijziging |
11-12-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
22-06-1994 |
Stb. 1994, 573 |
02-09-1994 |
Stb. 1994, 683 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |