Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 325

Voor de sluiting van het onderzoek vraagt de voorzitter aan de verdachte die op de terechtzitting door een tolk is bijgestaan of hij bij de uitspraak die niet aanstonds wordt gedaan, aanwezig zal zijn. Indien de verdachte verklaart niet aanwezig te zullen zijn, blijft de oproeping van de tolk voor de uitspraak achterwege. Indien de verdachte verklaart wel aanwezig te zullen zijn, zegt de voorzitter de tolk de datum en het tijdstip van de uitspraak aan; de aanzegging geldt als oproeping.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten
    tekst: tekst

  2. Overleveringswet
    artikel: 30

  3. Uitleveringswet
    artikel: 29

  4. Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
    artikel: 29

  5. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 415

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-02-1998

wijziging

15-01-1998

Stb. 1998, 33

24692

15-01-1998

Stb. 1998, 34

01-01-1926

wijziging

30-07-1925

Stb. 1925, 343

04-12-1925

Stb. 1925, 465

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465