De benadeelde partij kan ter terechtzitting tot het bewijs van de ten gevolge van het strafbare feit geleden schade stukken overleggen, doch geen getuigen of deskundigen aanbrengen.
De benadeelde partij of degene die haar bijstaat kan aan de getuigen en deskundigen vragen stellen, doch alleen betreffende haar vordering tot schadevergoeding.
De benadeelde partij kan haar vordering, nadat de officier van justitie overeenkomstig artikel 311 het woord heeft gevoerd, toelichten of doen toelichten. Zij kan andermaal het woord voeren telkens wanneer de officier van justitie het woord heeft gevoerd, dan wel tot het voeren daarvan in de gelegenheid is gesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wetboek van Strafvordering
artikel: 415
(01-08-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
17-12-2009 |
13-07-2010 |
||||||
|
wijziging |
15-01-1998 |
15-01-1998 |
||||||
|
nieuw |
23-12-1992 |
Stb. 1993, 29 |
30-03-1995 |
|||||
|
vervallen |
23-12-1992 |
Stb. 1993, 29 |
30-03-1995 |
|||||
|
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||