Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 5.3.2 (beslissing Minister over overdracht)

  • 1

    Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van een voorstel als bedoeld in artikel 5.3.1 beslist Onze Minister van Veiligheid en Justitie omtrent het daaraan te geven gevolg. Daarbij neemt hij, indien het verzoek tot strafvervolging aan de autoriteiten van de vreemde staat op een verdrag kan worden gegrond, de bepalingen van dat verdrag in acht.

  • 2

    Behoudens de gevallen waarin een toepasselijk verdrag anders bepaalt, wordt een verzoek tot strafvervolging aan de autoriteiten van een vreemde staat door tussenkomst van de Minister van Buitenlandse Zaken gedaan.

  • 3

    Een aan de autoriteiten van een vreemde staat gedaan verzoek tot strafvervolging kan uiterlijk tot de ontvangst van een kennisgeving omtrent de daarop in die staat genomen beslissing worden ingetrokken. Een dergelijk verzoek wordt ingetrokken wanneer het gerechtshof ingevolge artikel 5.3.1, vijfde lid, beveelt dat de vervolging in Nederland zal worden voortgezet.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 5.3.5

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2018

nieuw

07-06-2017

Stb. 2017, 246

34493

07-12-2017

Stb. 2017, 492

Alg. 1

01-11-2013

nieuw

05-06-2013

Stb. 2013, 250

33422

16-07-2013

Stb. 2013, 309

Alg. 2

Opmerkingen

  • 1) Artikel VI van Stb. 2017/246 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Door Stb. 2017/246 vernummerd tot art. 5.7.2.