Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 5.4.13 (Verhoor per videoconferentie of met andere audiovisuele transmissiemiddelen)

  • 1

    De rechter-commissaris is bevoegd een Europees onderzoeksbevel uit te voeren dat ertoe strekt een getuige of deskundige die zich op het grondgebied van de uitvoerende staat bevindt, overeenkomstig het vierde tot en met zesde lid, per videoconferentie of andere audiovisuele transmissie, te doen verhoren. De officier van justitie stelt het bevel daartoe, met toepassing van artikel 181, in handen van de rechter-commissaris. Het bevel kan tevens betrekking hebben op het verhoren van een verdachte per videoconferentie of met andere audiovisuele transmissiemiddelen.

  • 2

    In aanvulling op de in artikel 5.4.4 genoemde gronden voor weigering van de erkenning of uitvoering, kan de uitvoering van het bevel worden geweigerd, indien:

    • a.

      de verdachte die moet worden verhoord daarin niet toestemt, of

    • b.

      de uitvoering in een concrete zaak strijdig is met de grondbeginselen van het Nederlandse recht.

  • 3

    De praktische regeling voor toepassing van de videoconferentie wordt door de rechter-commissaris overeengekomen met de uitvaardigende autoriteit. De rechter-commissaris draagt in dit kader, met toepassing van de bepalingen die op grond van dit wetboek gelden voor verhoor van een verdachte, getuige of deskundige door de rechter-commissaris, zorg voor:

    • a.

      het oproepen van de getuige of deskundige;

    • b.

      het oproepen van de verdachte, waarbij de verdachte wordt gewezen op zijn rechten volgens het recht van de uitvaardigende staat, op een tijdstip dat het hem mogelijk maakt zijn rechten op verdediging daadwerkelijk uit te oefenen;

    • c.

      de vaststelling van de identiteit van de persoon die moet worden verhoord.

  • 4

    Met betrekking tot verhoor per videoconferentie of met andere audiovisuele transmissiemiddelen gelden de volgende voorschriften:

    • a.

      de rechter-commissaris is aanwezig tijdens het verhoor, indien nodig bijgestaan door een tolk, en heeft tot taak de identiteit van de te verhoren persoon te laten vaststellen en erop toe te zien dat de grondbeginselen van het Nederlandse recht in acht worden genomen. Indien de rechter-commissaris van oordeel is dat die beginselen tijdens het verhoor worden geschonden, treft hij onverwijld de nodige maatregelen opdat het verhoor verder met inachtneming van deze beginselen verloopt;

    • b.

      de bevoegde autoriteiten van de uitvaardigende staat en de rechter-commissaris komen indien nodig maatregelen ter bescherming van de te verhoren persoon overeen;

    • c.

      het verhoor wordt rechtstreeks door of onder leiding van de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende staat overeenkomstig het recht van die staat afgenomen;

    • d.

      op verzoek van de uitvaardigende staat of van de te verhoren persoon wordt die persoon bijgestaan door een tolk;

    • e.

      de verdachte wordt voorafgaand aan het verhoor op de hoogte gesteld van zijn rechten die hem naar Nederlands recht en naar het recht van de uitvaardigende staat toekomen. Getuigen en deskundigen kunnen zich beroepen op het verschoningsrecht neergelegd in de artikelen 217 tot en met 219b, of het verschoningsrecht dat hen toekomt op basis van het recht van de uitvaardigende staat, en worden daarvan voorafgaand aan het verhoor in kennis gesteld.

  • 5

    Met inachtneming van de maatregelen die ter bescherming van personen zijn overeengekomen, stelt de rechter-commissaris na afloop van het verhoor een proces-verbaal op, waarin worden vermeld de datum en de plaats van het verhoor, de identiteit van de verhoorde persoon, de identiteit en de hoedanigheid van alle andere personen die in de uitvoerende staat aan het verhoor hebben deelgenomen, eventuele beëdigingen en de technische omstandigheden waaronder het verhoor heeft plaatsgevonden.

  • 6

    De artikelen 213, 215, 216, 216a, 221 tot en met 225 zijn van overeenkomstige toepassing.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering (implementatie richtlijn Europees onderzoeksbevel)
    artikel: II

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

17-06-2017

nieuw

31-05-2017

Stb. 2017, 231

34611

14-06-2017

Stb. 2017, 262

Alg. 1

01-03-2015

nieuw

28-01-2015

Stb. 2015, 40

33954

19-02-2015

Stb. 2015, 81

Alg. 2

Opmerkingen

  • 1) Artikel II van Stb. 2017/231 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel II van Stb. 2015/40 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.Door Stb. 2017/231 vernummerd tot art. 5.8.13.