Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 566

  • 1

    De opneming van een persoon tegen wien een bevel tot vrijheidsbeneming of veroordeelend vonnis of arrest wordt ten uitvoer gelegd, in de daartoe bestemde gevangenis, inrichting of instelling, geschiedt hetzij op vertoon van het bevel tot voorloopige hechtenis of inverzekeringstelling, of wel van het veroordeelend vonnis of arrest of een uittreksel daarvan, hetzij op vertoon van den last tot tenuitvoerlegging van het openbaar ministerie.

  • 2

    In het laatste geval doet de ambtenaar, die den last heeft gegeven, het bevel tot voorloopige hechtenis of inverzekeringstelling of, ingeval van tenuitvoerlegging van vrijheidsstraf, het veroordeelend vonnis of arrest of een uittreksel daarvan ten spoedigste toekomen aan het hoofd van het gesticht.

  • 3

    In geval van tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf, opgelegd bij een mondeling vonnis, geschiedt de in het eerste lid van dit artikel bedoelde opneming op vertoon van:

    • a.

      hetzij het proces-verbaal der terechtzitting, dan wel een afschrift daarvan of uittreksel daaruit;

    • b.

      hetzij het aan het dubbel van de dagvaarding of de oproeping gehechte stuk, dan wel een afschrift daarvan, houdende aantekening van het mondelinge vonnis;

    • c.

      hetzij de last tot tenuitvoerlegging van het openbaar ministerie, dan wel een afschrift daarvan.

  • 4

    Artikel 146, tweede lid, is van toepassing op alle ambtenaren door wie of op wier last de tenuitvoerlegging geschiedt.

  • 5

    In het geval, bedoeld in het vorige lid, onder c, doet de ambtenaar die de last heeft gegeven, hetzij het proces-verbaal van de terechtzitting, dan wel een afschrift daarvan of uittreksel daaruit, hetzij het aan het dubbel van de dagvaarding of oproeping gehechte stuk, dan wel een afschrift daarvan, houdende aantekening van het mondelinge vonnis, ten spoedigste toekomen aan het hoofd van het gesticht.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Overleveringswet
    artikel: 60

  2. Uitleveringswet
    artikel: 53

  3. Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
    artikel: 62

  4. Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
    artikel: 2:23

  5. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 571

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

vervallen

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

01-01-2019

wijziging

24-01-2018

Stb. 2018, 38

32398

11-12-2018

Stb. 2018, 498

01-01-1999

wijziging

18-06-1998

Stb. 1998, 430

24263

09-11-1998

Stb. 1998, 623

24-12-1997

wijziging

11-12-1997

Stb. 1997, 674

25298

11-12-1997

Stb. 1997, 674

01-12-1978

wijziging

10-10-1978

Stb. 1978, 528

15019

10-10-1978

Stb. 1978, 528

01-01-1976

wijziging

26-06-1975

Stb. 1975, 342

11072

15-12-1975

Stb. 1975, 694

01-07-1965

wijziging

09-11-1961

Stb. 1961, 402

4141

16-02-1965

Stb. 1965, 58

01-05-1955

wijziging

11-11-1954

Stb. 1954, 498

3468

25-04-1955

Stb. 1955, 172

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465