Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 47

  • 1

    Als diensten van algemeen economisch belang zijn, behoudens het bepaalde bij en krachtens de artikelen 49a, tweede en vierde lid, 50 en 50a, aan de toegelaten instellingen en aan de samenwerkingsvennootschappen opgedragen:

    • a.

      het huisvesten of doen huisvesten van personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van hun passende huisvesting;

    • b.

      het doen bouwen en verwerven van voor permanent verblijf bedoelde te verhuren woongelegenheden met een huurprijs van ten hoogste het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden, alsmede bezwaren, toewijzen, verhuren, vervreemden en doen slopen van zodanige woongelegenheden en aanhorigheden, daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en overdragen van de economische eigendom daarvan;

    • c.

      het bezwaren, verhuren, vervreemden en doen slopen van voor permanent verblijf bedoelde te verhuren woongelegenheden die geen zelfstandige woning zijn als bedoeld in artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met een huurprijs die hoger is dan het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden, daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en overdragen van de economische eigendom daarvan;

    • d.

      het doen bouwen en verwerven van voor permanent verblijf bedoelde, anders dan in verband met verhuren toe te wijzen, woongelegenheden en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden, alsmede het bezwaren, toewijzen, vervreemden en doen slopen van haar zodanige woongelegenheden en aanhorigheden, daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en overdragen van de economische eigendom daarvan;

    • e.

      de werkzaamheden, genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdelen b en c, en zesde lid, voor zover zij gebouwen als bedoeld in artikel 45, tweede lid, onderdeel d, of woongelegenheden als bedoeld in onderdeel b, c of d of hun onroerende of infrastructurele aanhorigheden betreffen;

    • f.

      de werkzaamheden, genoemd in artikel 45, tweede lid, onderdelen d en f, en de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen werkzaamheden als genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdelen d, e en f, en derde en zesde lid;

    • g.

      de werkzaamheden die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit het verrichten van de werkzaamheden, genoemd en bedoeld in de onderdelen a tot en met f, waartoe behoren het verwerven of doen slopen van onroerende zaken, indien dat geschiedt met het oog op het op de grond waar die zaken gelegen zijn verrichten van werkzaamheden overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de onderdelen b, d en f en het vijfde lid;

    • h.

      de werkzaamheden, genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdeel j, en zesde lid, voor zover zij worden verricht ten behoeve van andere toegelaten instellingen en noodzakelijkerwijs voortvloeien uit het verrichten van de werkzaamheden, genoemd en bedoeld in de onderdelen a tot en met f, en

    • i.

      de werkzaamheden, genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdelen k en l, en zesde lid;

    • j.

      het ter vervreemding verwerven van voor permanent verblijf bedoelde woongelegenheden en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden waartoe de toegelaten instelling contractueel gehouden is jegens een derde aan wie de toegelaten instelling deze eerder heeft vervreemd en het vervreemden van die woongelegenheden en aanhorigheden.

  • 2

    De toegelaten instellingen en de samenwerkingsvennootschappen komt uitsluitend compensatie toe voor de werkzaamheden, genoemd en bedoeld in het eerste lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven omtrent de compensatie.

  • 3

    De opdracht, bedoeld in het eerste lid, heeft een werkingsduur van 25 jaar. Onze Minister begint uiterlijk vijf jaar voor het einde van die werkingsduur een onderzoek naar de noodzaak, de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van die opdracht. Hij rondt dat onderzoek uiterlijk twee jaar nadien af.

  • 4

    Indien, na het verstrijken van de werkingsduur van een opdracht als bedoeld in het eerste lid, werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting niet opnieuw als diensten van algemeen economisch belang worden opgedragen, blijft het recht op compensatie voor die werkzaamheden bestaan, indien daarmee voor dat verstrijken een aanvang is gemaakt, of met betrekking tot welke uit schriftelijke, uitsluitend op die werkzaamheden betrekking hebbende, stukken blijkt dat het maken van die aanvang wordt beoogd, en zolang zij als zodanig voortduren. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van de eerste volzin.

  • 5

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent het toepassingsbereik van het eerste lid, onderdeel g.

Informatie geldend op 05-07-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
    artikel: 52a, 13a, 23a, 23c, 1, 17, 22, 24, 31, 39, 59, 60, 62, 66, 79, 80, 81, 112, 118

  2. Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
    artikel: 5

  3. Woningwet
    artikel: 47a, 21d, 29, 45, 48, 50, 57

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(05-07-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35782

01-01-2022

wijziging

07-07-2021

Stb. 2021, 425

35517

01-12-2021

Stb. 2021, 601

01-07-2017

wijziging

25-01-2017

Stb. 2017, 25

34468

06-03-2017

Stb. 2017, 111

Alg. 1

28-10-2016

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 295

34403

27-09-2016

Stb. 2016, 379

01-07-2015

wijziging

20-03-2015
samen met
20-03-2015

Stb. 2015, 145
samen met
Stb. 2015, 146

32769
samen met
33966

16-06-2015

Stb. 2015, 232

Alg. 2

01-04-2007

vervallen

21-12-2006

Stb. 2007, 27

29392

16-03-2007

Stb. 2007, 111

Alg. 3

01-01-2003

wijziging

18-10-2001

Stb. 2001, 518

26734

28-11-2002

Stb. 2002, 582

01-11-1995

wijziging

25-03-1994

Stb. 1994, 300

21447

20-10-1995

Stb. 1995, 513

17-05-1995

wijziging

26-04-1995

Stb. 1995, 250

23780

26-04-1995

Stb. 1995, 250

01-01-1994

wijziging

04-06-1992

Stb. 1992, 423

22320

23-12-1993

Stb. 1993, 693

01-10-1992

nieuwe-regeling

29-08-1991

Stb. 1991, 439

20066

04-06-1992

Stb. 1992, 292

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is op het eerste lid, onderdeel b, een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 2) De artikelen II en III van Stb. 2015/145 jo. Stb. 2015/146 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) De artikelen IVd en V van Stb. 2007/27 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.