Het CAK heft en int de bestuursrechtelijke premie.
In opdracht van het CAK houdt de inhoudingsplichtige de bestuursrechtelijke premie geheel of voor een door het CAK te bepalen gedeelte in op door hem aan de verzekeringnemer verschuldigd loon als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964, waarna hij het ingehouden bedrag aan het CAK afdraagt.
De inhouding geschiedt onmiddellijk nadat de krachtens een ander wettelijk voorschrift of krachtens een arbeidsovereenkomst verplicht in te houden belastingen, premies of andere bijdragen zijn ingehouden, met dien verstande dat bij ministeriële regeling op socialezekerheidsuitkeringen te verrichten inhoudingen of verrekeningen kunnen worden aangewezen waarvoor een andere volgorde geldt.
Een inhoudingsplichtige die het door het CAK aan te geven bedrag niet of niet geheel heeft ingehouden, is gehouden het gehele bedrag aan het CAK af te dragen, zonder dat het niet ingehouden bedrag alsnog op de verzekeringnemer kan worden verhaald.
Indien op loon waarop bestuursrechtelijke premie is ingehouden tevens derdenbeslag ligt, is het bedrag dat de inhoudingsplichtige ten minste aan de verzekeringnemer uitbetaalt gelijk aan de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, verminderd met het in opdracht van het CAK ingehouden bedrag.
In opdracht van het CAK wordt een aan de verzekeringnemer of zijn partner uit te betalen zorgtoeslag als bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag of een voorschot daarop, in afwijking van artikel 25, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, als tegemoetkoming in de bestuursrechtelijke premie aan het CAK uitbetaald.
Het CAK kan de bestuursrechtelijke premie of het door de werkgever af te dragen bedrag, bedoeld in het vierde lid, bij dwangbevel invorderen.
Het CAK heeft terzake van de bestuursrechtelijke premie die op andere wijze dan bij wege van inhouding wordt geïnd, een voorrecht op alle goederen van de verzekeringnemer, welk voorrecht onmiddellijk na het voorrecht, bedoeld in artikel 21 van de Invorderingswet 1990, kan worden uitgeoefend.
Indien het CAK ter zake van de inning van de bestuursrechtelijke premie beslag laat leggen onder een derde die de verzekeringnemer periodieke betalingen, niet zijnde periodieke betalingen ter zake van het levensonderhoud van diens kinderen, verschuldigd is, is de derde-beslagene vanaf de dag van het beslag verplicht om, zolang het CAK dit verlangt, het door het CAK aangegeven achterstallige bedrag en telkens de nieuw vervallende termijnen van de bestuursrechtelijke premie of door het CAK te bepalen gedeelten daarvan, tot welker verhaal het beslag is gelegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 478, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, aan het CAK uit te betalen, tenzij onder hem beslag gelegd mocht worden wegens vorderingen van hogere of gelijke rang.
Indien een beslag als bedoeld in het negende lid is gelegd op een vordering tot een periodieke betaling als bedoeld in artikel 475c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt de beslagvrije voet, berekend overeenkomstig de artikelen 475d tot en met 475e van die wet, louter ten aanzien van de vordering van het CAK ter zake waarvan het beslag is gelegd en enkel voor zover het beslag dient tot inning van een nieuw vervallende termijn als bedoeld in het negende lid, verlaagd met de bestuursrechtelijke premie.
De derde die meer aan het CAK heeft betaald dan waarop deze recht heeft, is jegens de verzekeringnemer bevrijd, voor zover dat voortvloeit uit artikel 34 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 01-08-2018
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2017
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2018
Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
bijlage: 2, 3
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 01-08-2018
artikel: 1, 2, 3, 12
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2017
artikel: 1, 2, 3, 12
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2018
artikel: 1, 2, 3, 12
Besluit beslagvrije voet
artikel: 7
Besluit CAK mandaat en machtiging aan het CJIB voor de inning van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet
artikel: 1, 2
Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging afdeling Verzekering Burgers
artikel: 2
Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging afdeling Verzekering Burgers
artikel: 2
Model jaarverslaggeving CAK bestuurlijke verantwoording burgerregelingen 2019
tekst: tekst
Model jaarverslaggeving CAK bestuurlijke verantwoording burgerregelingen 2020
tekst: tekst
Regeling zorgverzekering
artikel: 6.5.3
Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering)
Wijzigingswet Zorgverzekeringswet, enz. (overgang van aantal taken van Zorginstituut Nederland naar CAK)
artikel: XIV, XIII
Zorgverzekeringswet
artikel: 18g, 69
(01-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
11-12-2013 |
Stb. 2013, 578 |
||||||
wijziging |
21-12-2016 |
|||||||
wijziging |
08-03-2017 |
Stb. 2017, 110 |
30-11-2020 |
|||||
t/m 01-01-2017 |
wijziging |
22-03-2017 |
31-05-2017 |
|||||
wijziging |
08-04-2016 |
15-11-2016 |
||||||
wijziging |
11-12-2013 |
11-02-2014 |
||||||
vernummering |
26-02-2011 |
26-02-2011 |
||||||
nieuw |
18-07-2009 |
06-08-2009 |
Opmerkingen
1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2015/407.
2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2014/93 gesteld op 1 april 2014.
3) Artikel XIV van Stb. 2016/173 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
4) voorheen art. 18e.Artikel XI van Stb. 2011/111 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
5) Door Stb. 2011/111 vernummerd tot art. 18g.