Hoe richt je de procedure bij de bestuursrechter in als je wilt dat mensen die procedure als eerlijk en rechtvaardig ervaren? Procedurele rechtvaardigheid vormt het kader van dit onderzoek. Dat kader krijgt meer diepgang door een bespreking van het hedendaagse rechterlijk gezag en een deugdenethische benadering van goed rechterschap. Kernbegrippen zijn: respect, voice, transparantie, vertrouwen, responsiviteit, horizontale communicatie en de rechter als ‘civic friend’. Drie thema’s komen aan bod: (1) de zitting, (2) de finale geschilbeslechting en (3) het bewijsrecht. Hoe kan de procedure bij de bestuursrechter dan beter worden vormgegeven als je die doordenkt vanuit procedurele rechtvaardigheid? Centraal staat dat de burger kan ervaren dat hij een waardevol lid van de ‘Vereniging Nederland’ is en niet een dossiertje. Naast aandacht voor finaliteit van het besluit moet de bestuursrechter daarom aandacht hebben voor de finaliteit van het beroep: hoe komen argumentatie en bewijs van dat beroep het beste tot bloei? Aandacht voor bewijsrecht is daarbij een goed middel om balans te houden tussen aandacht voor het algemeen belang en aandacht voor het individuele belang.