Deze titel geeft inzicht in de verhouding en taakverdeling tussen de gewone rechter en de bestuursrechtspraak. Deze geactualiseerde 9e druk bespreekt de formele rechtskracht en de toegang van belanghebbenden tot de bestuursrechter. Ook wordt een licht geworpen op de maatstaf bij de beoordeling van de belangenafweging door bestuursorganen. Het beginsel is ook blijkens recente rechtspraak door de bestuursrechters volledig aanvaard. Ook is aandacht gegeven aan het zogenaamde evidentiecriterium waardoor bij uitzondering een inbreuk mogelijk is op de formele rechtskracht. De gewone rechter en de bestuursrechtspraak behandelt de taakverdeling tussen de gewone rechter (de burgerlijk rechter en strafrechter) en de organen die met de bestuursrechtspraak zijn belast. Het uitgangspunt is de regeling van de rechtsmacht in de Grondwet en de verschillende wetten. De bevoegdheid van de bestuursrechter is bepalend, maar in de praktijk wordt de scheidslijn getrokken door de rechtspraak van de burgerlijke rechter en de strafrechter. Centraal staat het beginsel van de formele rechtskracht, dat door de Hoge Raad als onontbeerlijk wordt beschouwd en inhoudt dat een geldig besluit wordt geacht rechtmatig te zijn.
De titel concentreert zich op de jurisprudentie en de gevolgen die er zijn voor het inzicht in de verhouding van de verschillende vormen van rechtspraak. De belangrijkste wijzigingen vloeien voort uit nieuwe rechtspraak en de soms veranderde inzichten die deze jurisprudentie met zich meebrengt. De rechtspraak, in het bijzonder van de Hoge Raad, is continu in ontwikkeling. Deze 9e druk is dan ook volledig geactualiseerd en behandelt de tot 1 juli 2022 gepubliceerde rechtspraak. In deze nieuwe druk is speciaal aandacht besteed aan het begrip belanghebbende en de positie van concurrenten. Twee arresten van het Europese Hof in Luxemburg waren aanleiding tot aanvulling van de delen over de formele rechtskracht en de toegang van al dan niet belanghebbenden tot de bestuursrechter. Ook is er een uitvoerige beschouwing gewijd aan de maatstaf, toegepast door de bestuursrechter en de burgerlijke rechter bij de beoordeling van de belangenafweging door bestuursorganen. De gewone rechter en de bestuursrechtspraak is van grote waarde voor iedereen die beroepsmatig met de genoemde rechtsgebieden in aanraking komt. Denk aan advocaten en andere rechtshulpverleners en rechterlijke colleges.