With more states paying heed to environmental principles as catalysts for improving their environmental law, this book traces the evolution of environmental principles from their origins to their embodiment in enforceable laws. This edition will integrate to a greater extent the relationship between environmental principles and human rights.
This book traces the evolution of environmental principles from their origins as vague political slogans reflecting fears about environmental hazards to their embodiment in enforceable laws. Environmental law has always responded to risks posed by industrial society but the new generation of risks have required a new set of environmental principles, emerging from a combination of public fears, science, ethics, and established legal practice. This book shows how three of the most important principles of modern environmental law grew out of this new age of ecological risk: the polluter pays principle, the preventive principle, and the precautionary principle. Since the first edition was published, the principles of polluter-pays, prevention, and precaution have been encapsulated in a swathe of legislation at domestic and international level. Courts have been invoking environmental law principles in a broad range of cases, on issues including GMOs, conservation, investment, waste, and climate change. As a result, more States are paying heed to these principles as catalysts for improving their environmental laws and regulations. This edition will integrate to a greater extent the relationship between environmental principles and human rights. The book analyses new developments including the EU Charter of Fundamental Rights, the case law of the European Court of Human Rights, which has continuously carved out environmental duties from a number of rights enshrined in the European Convention of Human Rights, and the implementation of the UNECE Convention on Access to Information.
Nu steeds meer staten aandacht besteden aan milieubeginselen als katalysator voor de verbetering van hun milieuwetgeving, volgt dit boek de evolutie van milieubeginselen vanaf hun oorsprong tot de omzetting ervan in afdwingbare wetten. In deze editie wordt de relatie tussen milieubeginselen en mensenrechten meer geïntegreerd.
Dit boek schetst de evolutie van milieubeginselen vanaf hun oorsprong als vage politieke slogans die de vrees voor milieurisico’s weerspiegelden, tot hun belichaming in afdwingbare wetten. De milieuwetgeving heeft altijd gereageerd op de risico’s van de industriële samenleving, maar de nieuwe generatie risico’s heeft een nieuwe reeks milieubeginselen vereist, die voortkomen uit een combinatie van angstgevoelens bij het publiek, wetenschap, ethiek en gevestigde rechtspraktijk. Dit boek laat zien hoe drie van de belangrijkste beginselen van het moderne milieurecht zijn voortgekomen uit dit nieuwe tijdperk van ecologische risico’s: het beginsel dat de vervuiler betaalt, het preventiebeginsel en het voorzorgsbeginsel. Sinds het verschijnen van de eerste druk zijn de beginselen van “de vervuiler betaalt”, preventie en voorzorg vervat in een hele reeks nationale en internationale wetten. De rechtbanken hebben zich in een groot aantal zaken beroepen op de beginselen van het milieurecht, onder meer in verband met GGO’s, natuurbehoud, investeringen, afval en klimaatverandering. Als gevolg daarvan houden meer staten rekening met deze beginselen als katalysator voor de verbetering van hun milieuwet- en regelgeving. In deze editie wordt de relatie tussen milieubeginselen en mensenrechten meer geïntegreerd. In het boek worden nieuwe ontwikkelingen geanalyseerd, waaronder het Handvest van de grondrechten van de EU, de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat voortdurend milieutaken heeft onderscheiden van een aantal rechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en de tenuitvoerlegging van het VN/ECE-Verdrag inzake toegang tot informatie.