Nature’s Diplomats explores the development of science-based and internationally conceived nature protection in its foundational years before the 1960s, the decade when it launched from obscurity onto the global stage. Raf De Bont studies a movement while it was still in the making and its groups were still rather small, revealing the geographies of the early international preservationist groups, their social composition, self-perception, ethos, and predilections, their ideals and strategies, and the natures they sought to preserve. By examining international efforts to protect migratory birds, the threatened European bison, and the mountain gorilla in the interior of the Belgian Congo, Nature’s Diplomats sheds new light on the launch of major international organizations for nature protection in the aftermath of World War II. Additionally, it covers how the rise of ecological science, the advent of the Cold War, and looming decolonization forced a rethinking of approach and rhetoric; and how old ideas and practices lingered on. It provides much-needed historical context for present-day convictions about and approaches to the preservation of species and the conservation of natural resources, the involvement of local communities in conservation projects, the fate of extinct species and vanished habitats, and the management of global nature.
Nature’s Diplomats verkent de ontwikkeling van een wetenschappelijk gefundeerde en internationaal opgevatte natuurbescherming in haar grondleggende jaren vóór de jaren 1960, het decennium waarin ze vanuit de obscuriteit op het wereldtoneel werd gelanceerd. Raf De Bont bestudeert een beweging die nog in de kinderschoenen stond en waarvan de groepen nog vrij klein waren, en onthult de geografie van de vroege internationale natuurbeschermingsgroepen, hun sociale samenstelling, zelfperceptie, ethos en voorkeuren, hun idealen en strategieën, en de natuur die ze trachtten te beschermen. Door te kijken naar de internationale inspanningen om trekvogels, de bedreigde Europese bizon en de berggorilla in het binnenland van Belgisch Congo te beschermen, werpt Nature’s Diplomats een nieuw licht op de oprichting van grote internationale organisaties voor natuurbescherming in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast behandelt het hoe de opkomst van de ecologische wetenschap, de komst van de Koude Oorlog en de dreigende dekolonisatie dwong tot een heroverweging van aanpak en retoriek; en hoe oude ideeën en praktijken bleven voortbestaan. Het biedt broodnodige historische context voor hedendaagse overtuigingen over en benaderingen van het behoud van soorten en het behoud van natuurlijke hulpbronnen, de betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij natuurbeschermingsprojecten, het lot van uitgestorven soorten en verdwenen habitats, en het beheer van de wereldwijde natuur.
