In Nederland is er altijd van uitgegaan dat conform het EVRM wordt gehandeld. De vraag is of dat inderdaad steeds zo is. In dit boek wordt beschreven of het materiële strafrechtelijke en civielrechtelijke overheidsaansprakelijkheidsrecht voldoet aan de eisen die voortvloeien uit de op grond van de artikelen 2, 3, 4, 5, 8 en 1 EP EVRM geformuleerde positieve verplichtingen. Geconcludeerd wordt dat het Nederlandse recht in grote lijnen voldoet aan de eisen die het EVRM stelt. Niettemin is er nog een aantal implementatieproblemen. Voor de wetgever, uitvoerende macht en rechter worden enkele aanbevelingen geformuleerd om deze problemen te kunnen oplossen.