De bouwsector wordt gezien als een traditionele sector, maar de sector staat voor grote veranderingen en zal als gevolg daarvan de komende jaren in rap tempo moeten moderniseren en innoveren. Ontwikkelingen als de energietransitie, verduurzaming, het gebruik van circulaire materialen, het ontwikkelen van nieuwe materialen en bouwtechnieken, de grote woningbouwopgave, de steeds verdergaande digitalisering, het gebruik van Building Information Modelling (BIM) en het genereren, delen en hergebruiken van data en het gebruik van digital twins, zorgen ervoor dat het bouwproces en (daarmee) het bouwrecht verandert.
Deze ontwikkelingen roepen niet alleen de reeds bekende en meer traditionele vragen op met betrekking tot ons bouwcontractenrecht en aanbestedingsrecht, maar ook vragen op het gebied van het intellectuele eigendomsrecht (IE-recht).
Naast de meer klassieke IE-rechten in het bouwrecht, zoals het auteursrecht en het tekeningen- of modellenrecht, doemen ook steeds vaker voor het bouwrecht nieuwe IE-rechten op die van belang zullen worden. Zo zullen bouwrechtjuristen door de toegenomen vraag naar innovatie, steeds vaker met octrooirechten te maken krijgen. Digitalisering in de bouw en de behoefte aan het verzamelen en uitwisselen van data, kunnen vragen rond het databankrecht oproepen. En zo zijn er nog veel meer, voor de bouwrechtjurist, onontgonnen terreinen die zich de komende decennia zullen gaan laten ontdekken binnen het domein van het bouwen.
De IE-rechten die betrekking hebben op het bouwen of ontwerpen, worden door gerenommeerde auteurs uitgebreid beschreven in dit praktijkboek, met inbegrip van relevante jurisprudentie. Vervolgens wordt de beschreven theorie toegepast op de bouw(recht)praktijk en contractvorming of aanbesteding. Om de praktische toepassing nog duidelijker voor het voetlicht te brengen zijn in het boek ook drie intermezzo’s opgenomen waarin, vanuit verrassende invalshoeken dan wel praktijkvoorbeelden, de link met de praktijk wordt gelegd.