Key concepts, definitions, examples, and historical contexts for understanding smart cities, along with discussions of both drawbacks and benefits of this approach to urban problems.
Over the past ten years, urban planners, technology companies, and governments have promoted smart cities with a somewhat utopian vision of urban life made knowable and manageable through data collection and analysis. Emerging smart cities have become both crucibles and showrooms for the practical application of the Internet of Things, cloud computing, and the integration of big data into everyday life. Are smart cities optimized, sustainable, digitally networked solutions to urban problems? Or are they neoliberal, corporate-controlled, undemocratic non-places? This volume in the MIT Press Essential Knowledge series offers a concise introduction to smart cities, presenting key concepts, definitions, examples, and historical contexts, along with discussions of both the drawbacks and the benefits of this approach to urban life. After reviewing current terminology and justifications employed by technology designers, journalists, and researchers, the book describes three models for smart city development-smart-from-the-start cities, retrofitted cities, and social cities-and offers examples of each. It covers technologies and methods, including sensors, public wi-fi, big data, and smartphone apps, and discusses how developers conceive of interactions among the built environment, technological and urban infrastructures, citizens, and citizen engagement. Throughout, the author-who has studied smart cities around the world-argues that smart city developers should work more closely with local communities, recognizing their preexisting relationship to urban place and realizing the limits of technological fixes. Smartness is a means to an end: improving the quality of urban life.
Kernbegrippen, definities, voorbeelden en historische contexten voor het begrijpen van smart cities, samen met discussies over zowel de nadelen als de voordelen van deze benadering van stedelijke problemen.
In de afgelopen tien jaar hebben stadsplanners, technologiebedrijven en overheden slimme steden gepromoot met een enigszins utopische visie op het stedelijk leven dat door middel van gegevensverzameling en -analyse kenbaar en beheersbaar wordt gemaakt. Opkomende slimme steden zijn zowel smeltkroezen als showrooms geworden voor de praktische toepassing van het internet der dingen, cloud computing, en de integratie van big data in het dagelijks leven. Zijn smart cities geoptimaliseerde, duurzame, digitaal genetwerkte oplossingen voor stedelijke problemen? Of zijn het neoliberale, door bedrijven gecontroleerde, ondemocratische non-plaatsen? Dit deel in de Essential Knowledge-serie van MIT Press biedt een beknopte inleiding tot smart cities, met kernbegrippen, definities, voorbeelden en historische contexten, naast discussies over zowel de nadelen als de voordelen van deze benadering van het stadsleven. Na een bespreking van de huidige terminologie en rechtvaardigingen die worden gebruikt door technologieontwerpers, journalisten en onderzoekers, beschrijft het boek drie modellen voor de ontwikkeling van slimme steden – slimme steden vanaf de start, aangepaste steden en sociale steden – en geeft voorbeelden van elk van deze modellen. Het behandelt technologieën en methoden, waaronder sensoren, openbare wi-fi, big data en smartphone-apps, en bespreekt hoe ontwikkelaars interacties bedenken tussen de gebouwde omgeving, technologische en stedelijke infrastructuren, burgers en betrokkenheid van burgers. De auteur, die slimme steden over de hele wereld heeft bestudeerd, stelt dat ontwikkelaars van slimme steden nauwer moeten samenwerken met lokale gemeenschappen, waarbij ze hun reeds bestaande relatie met de stedelijke omgeving erkennen en zich bewust zijn van de grenzen van technologische oplossingen. Slimheid is een middel om een doel te bereiken: het verbeteren van de kwaliteit van het stadsleven.