Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over verharding bospaden

Door verschillende fracties zijn schriftelijke vragen gesteld over de verharding van bospaden met recyclinggranulaat. Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de Kamervragen van de leden Kröger en Bromet (beiden GL), de Kamervragen van het lid Dik-Faber (CU) en de Kamervragen van de leden Wassenberg en Van Esch (beiden PvdD) over dit onderwerp.

23 April 2021

Omdat veel vragen betrekking hebben op de samenstelling van de toegepaste bouwstof en de wijze van toezicht ga ik daar eerst in het algemeen op in. De hier toegepaste bouwstof valt onder de Europese bouwproductenverordening en daarom moet het product voldoen aan een geharmoniseerde Europese norm (NEN-EN 13242). Deze norm schrijft onder andere voor dat er maximaal 1% (gewichtsprocent) verontreiniging (onder meer plastic) aanwezig mag zijn en maximaal 10 cm3/kg (volumecriterium) aan lichte deeltjes. Naast een CE-keur kunnen partijen private keurmerken voeren. Om deze te verkrijgen moet voldaan worden aan de Beoordelingsrichtlijn (BRL) Recyclinggranulaten, in dit geval BRL 2506 deel 1. In deze richtlijn staan dezelfde normen voor verontreinigingen. Ook in de Regeling vaststelling van de status einde-afval recyclinggranulaat zijn deze grenswaarden opgenomen.

Indien een bouwstof vervolgens wordt toegepast op de bodem moet ook voldaan worden aan de milieueisen uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Hierin worden eisen gesteld aan de samenstelling van de bouwstof (bijvoorbeeld asbest) en maximale emissiewaarden van een aantal stoffen waaronder lood. Er worden in deze regelgeving nu geen eisen gesteld aan de vervuiling met plastic van bouwstoffen. De producent van de bouwstof moet een verklaring afgeven dat de bouwstof voldoet aan de milieueisen.

Het kwaliteitsborgingsysteem bodembeheer (Kwalibo) zoals vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit reguleert de controle en het toezicht op de productie van bouwstoffen. Het Kwalibo stelsel reguleert dat het recyclinggranulaat met een partijkeuring of een erkende kwaliteitsverklaring op de markt mag worden gebracht. Bij een erkende kwaliteitsverklaring hanteert de producent van de bouwstof een systeem van kwaliteitsbewaking zoals voorgeschreven in de betreffende beoordelingsrichtlijn. De producent wordt gecontroleerd door middel van periodieke audits door certificerende instellingen. Vanuit publieke zijde houdt de ILT toezicht op de naleving van de eisen die zijn gesteld aan een erkende kwaliteitsverklaring. Maakt de producent gebruik van een partijkeuring dan staat diegene die de monstername uitvoert onder toezicht van de ILT en wordt de monsternemer ook gecontroleerd door een certificerende instelling.


Daarnaast is er toezicht op de toepassing van het materiaal. Dat toezicht is in handen van het lokale bevoegde gezag. Het lokale gezag zal in eerste instantie vertrouwen op de afgegeven milieuhygiënische verklaring. Als dat niet het geval is kan het lokale bevoegde gezag een signaal indienen bij de ILT en kan de ILT interveniëren richting de erkende instantie (producent, monsternemer of certificerende instelling).

De beantwoording van de Kamervragen vindt u in de bijlage.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

S. van Veldhoven - Van der Meer


Beantwoording vragen van de leden Wassenberg en Van Esch (beiden PvdD)

Deze vragen zijn ingediend op 18 februari 2021 met kenmerk 2021Z03365.

Vraag 1
Kent u het bericht 'Staatsbosbeheer stort met plastic vervuild bouwpuin in natuurgebieden'? 1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2
Hoeveel ton recyclingsgranulaat wordt er jaarlijks in Nederlandse natuur- of bospaden verwerkt en hoeveel ton plastic, ijzerdraad, rubber, gips of andere vormen van verontreiniging bevat dit?

Antwoord 2
Op landelijk niveau bestaat hierin geen inzicht. Op het toepassen van recyclinggranulaat als bouwstof rust geen meldingsplicht.

Vraag 3
Kunt u garanderen dat er geen schadelijke stoffen, zoals asbest of lood, in het bouwmateriaal (recyclingsgranulaat) zitten?

Antwoord 3

Een producent dient middels een NL-SBS certificaat aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde milieueisen uit de Bodemregelgeving. Hier zijn ook normen voor asbest en lood opgenomen. De wijze van systeemtoezicht is beschreven in de inleiding.

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat het storten (in de natuur) van vermalen bouwafval met daarin plastic en andere soorten verontreiniging geen onderdeel is van de circulaire economie?

Antwoord 4
In een circulaire economie willen we materialen zo lang mogelijk in de materiaalkringloop houden. Daar is het beleid ook op gericht. Kunststof materialen worden zo hoogwaardig mogelijk hergebruikt. De verontreinigingen met plastic in recyclinggranulaat is inherent aanwezig in het bouw- en sloopafval. Denk bijvoorbeeld aan ingefreesde leidingen. Dit is niet vooraf te scheiden en hoogwaardig te verwerken. Verwerkende bedrijven maken deze stroom na vermalen zo schoon mogelijk, zodat het recyclinggranulaat aan de gestelde normen voldoet. Recyclinggranulaat omvat 30% van de totale jaarlijkse Nederlandse afvalstroom en kent meerdere toepassingsgebieden waarbij het granulaat vaak is afgedekt, in- of opgesloten. De belangrijkste toepassing is funderingsmateriaal onder wegen waarmee primaire grondstoffen worden uitgespaard. Ik wil daarbij wel kijken of ik voor recyclinggranulaat de verontreinigingen met plastic beter kan reguleren. Hier kom ik eind van het jaar op terug.

Vraag 5
Wat is de stand van zaken en de mogelijke uitkomst van het onderzoek naar microplastics in de natuur en bosgebieden?

Antwoord 5

Er is mij geen onderzoek bekend naar microplastics in natuur- en bosgebieden. Wel laat ik het RIVM onderzoek doen naar microplastics in de bodem. De bevindingen van dit onderzoek verwacht ik in het eerste kwartaal van 2022.

Vraag 6
Deelt u de mening dat elke vorm van plasticvervuiling in de natuur voorkomen moet worden?

Antwoord 6

Ja, waar mogelijk moet plasticvervuiling zoveel mogelijk voorkomen worden.

Daar zet het kabinet vol op in, bijvoorbeeld door het verbod op gratis plastic tasjes, de implementatie van de Single Use Plastics richtlijn en het invoeren van statiegeld op kleine flesjes en blikjes.

Vraag 7
Onderschrijft u dat het maken van strengere afspraken met aannemers, zoals Staatsbosbeheer voorstelt, niet de gewenste route is, omdat vervuilende stoffen dan nog steeds in ons leefmilieu komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om het gebruik van recyclinggranulaat met vervuilende stoffen voor paden in natuurgebieden en open landschappen te verbieden?

Website Staatsbosbeheer, 15 februari 2021, 'Reactie op Pointer over gebruik menggranulaat'

(https://www.staatsbosbeheer.nl/over-staatsbosbeheer/nieuws/2021/02/reactie-op-pointer-granulaat)2

Vraag 8

Beaamt u dat de overheid en andere terreinbeheerders, zoals waterschappen, gemeentes, provincies en natuurbeschermingsorganisaties een voorbeeldfunctie hebben om (zwerf)afval en de verspreiding van microplastics te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om te onderzoeken welke lokale en natuurvriendelijke materialen ingezet kunnen worden voor natuurpaden?

Antwoord 7 en 8

Voor recyclinggranulaat ga ik onderzoeken of ik de verontreinigingen met plastic beter kan reguleren. Omdat hier enige tijd overheen zal gaan en er nu juist door Staatsbosbeheer initiatieven worden ontplooid om met andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken, wil ik dat initiatief ondersteunen en bezien of we met deze partijen tot afspraken kunnen komen.

Beantwoording Kamervragen van leden Kröger en Bromet (beiden GL). Deze vragen zijn ingediend op 16 februari 2021 met kenmerk

2021Z03226.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Bospaden worden verhard met plastic bouwafval’?

Trouw, 15 februari 2021, Bospaden worden verhard met plastic bouwafval

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
In hoeverre houdt Staatsbosbeheer zich momenteel aan de wettelijke eis dat één procent van het verhardingsmateriaal uit bodemvreemd materiaal mag bestaan? Heeft u daar zicht op? Hoeveel procent van het huidige verhardingsmateriaal bestaat uit bodemvreemd materiaal in zowel volume- en gewichtsprocenten?

Antwoord 2

Bij de inkoop van verhardingsmateriaal werkt Staatsbosbeheer met leveranciers die gecertificeerd zijn. Zij voldoen aan de eisen van de BRL 2506 en zijn daarmee in het bezit van het NL-BSB certificaat en het extra KOMO productcertificaat. Hiermee houdt Staatsbosbeheer zich aan de wettelijke eisen.

Staatsbosbeheer beheert in Nederland in totaal zo'n 11.200 kilometer wandel- en fietspaden: 4.800 km is onverhard, 1.200 km is half verhard, 1.600 km is verhard en 3.600 km is onbekend. De status van de ondergrond van de verharde paden wordt niet bijgehouden, evenmin de hoeveelheden materiaal die hiervoor in het verleden zijn toegepast

Staatsbosbeheer geeft aan dat het pad dat in het programma Pointer aan de orde komt, overgenomen is van een derde partij. Daarbij is geen onderzoek gedaan naar de paden. Staatsbosbeheer geeft aan dat dit normaalgesproken wel gebeurt. De desbetreffende paden worden op korte termijn vervangen door een gecertificeerd mengsel. Staatsbosbeheer heeft laten weten dit als een wake-up call te zien en gaat intern evalueren hoe de verspreiding van plastic via paden kan worden voorkomen.

Vraag 3
Bent u van mening dat de wettelijke eisen voor de hoeveelheid bodemvreemd materiaal in gewichtsprocenten bij een licht materiaal als plastic voldoende zijn? Zo ja, waarom?

Antwoord 3
Naast een gewichtscriterium is er ook een volumecriterium zodat de normen ook geschikt zijn voor lichte materialen. Ik ga echter onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de toepassing van recyclinggranulaat beter te reguleren. Hier kom ik eind van het jaar op terug.

Vraag 4
Klopt het dat Staatsbosbeheer door gebrek aan budget kiest voor vervuild materiaal in plaats van schonere grondstoffen zoals grind of split? Deelt u de mening dat er geen financiële prikkel zou moeten zijn om de natuur te vervuilen?

Antwoord 4

Bij de keuze van een verhardingslaag door Staatsbosbeheer worden meerdere criteria gehanteerd, waaronder ook de kosten. De inzet van publieke middelen wordt hierbij zorgvuldig gewogen tegen de voor- en nadelen voor het milieu. Grondstoffen als grind of split hebben ook een milieu-impact. Incidenten zoals in het TV-programma Pointer aan de orde komen, worden vanzelfsprekend door Staatsbosbeheer niet als acceptabel gezien.

Vraag 5
Welke consequenties hebben deze bospaden op de natuur? Is er zicht op de hoeveelheid microplastics en gifstoffen die in de natuur vrijkomen? Welke schadelijke effecten hebben de toepassing van bodemvreemd materiaal op bijvoorbeeld bomen, planten en schimmels?

Antwoord 5
De plastics in recyclinggranulaat kenmerken zich eerder als macroplastics. Het is echter waarschijnlijk dat deze op termijn door natuurlijke invloeden deels degraderen tot microplastics. Ik heb het RIVM opdracht gegeven dit jaar onderzoek te doen naar de aanwezigheid en het gedrag van microplastics in de bodem. Ook brengt het RIVM mogelijke bronnen en emissies in kaart. Dit onderzoek levert de basiskennis die nodig is om inzicht te krijgen in mogelijke maatregelen om emissies te mitigeren. Ik verwacht de resultaten van dit onderzoek uiterlijk in het eerste kwartaal van 2022.

Vraag 6
Kunt u ingaan op de invloed van dit soort plastic deeltjes op dieren die hiermee in aanraking komen? Zijn er al aanwijzingen dat dieren in de buurt van deze paden hier last van hebben?

Antwoord 6
Er is mij geen onderzoek bekend naar de gevolgen van (micro)plastics in de bodem op dieren. Ten aanzien van grotere stukken zwerfafval is bekend dat dieren kunststof zwerfafval soms aanzien voor voedsel of er in verstrikt raken. Of dit ook voor de plastic deeltjes op deze bospaden geldt is niet bekend.

Vraag 7

Vindt u het zorgelijk dat gerecycled materiaal dat vervuild is met plastic telkens in de natuur terechtkomt, zoals bij het storten van met plastic vervuilde bodem in diepe plassen en de grote hoeveelheden plastic in compost?

Vindt u dit type maatregelen passend bij de transitie naar een circulaire economie? Deelt u de mening dat gerecyclede materialen op een duurzame manier moeten worden hergebruikt, bijvoorbeeld voor nieuwe producten, en niet in de natuur moeten worden gedumpt?

Vraag 8

Bent u voornemens om de toepassing van bodemvreemd materiaal in verhardingsmateriaal voor bospaden te verbieden? Is er een vergelijkbare maatregel mogelijk als bij het verondiepen van plassen, waarbij sinds november 2018 de toepassing van bodemvreemd materiaal niet langer is toegestaan en slechts sporadisch mag voorkomen in baggerspecie?

Vraag 9
Deelt u de mening dat bodemvreemde materialen als plastic, metaal of rubber niet in de natuur thuishoren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u het gebruik van bodemvreemd materiaal in de natuur volledig opschorten?

Antwoord 7, 8 en 9

Ik vind het belangrijk om te voorkomen dat door het recyclen van materialen ongewenste milieueffecten optreden bij toepassing op of in de bodem.

Voor grond en bagger gelden voor plastic kwalitatieve eisen. In de Regeling Bodemkwaliteit is bepaald dat plastic daar “sporadisch” in mag voorkomen. In grond en bagger zit normaal gesproken geen plastic, waardoor het bij controleren opvalt als er wel plastic in zit. Hierdoor is het voor verwerkers uitvoerbaar en voor handhavers goed te controleren.


Voor recyclinggranulaat geldt een kwantitatieve norm. Deze norm schrijft onder andere voor dat er maximaal 1% (gewichtsprocent) verontreiniging (onder meer plastic) aanwezig mag zijn en maximaal 10 cm3/kg (volumecriterium) aan lichte deeltjes. Recyclinggranulaat wordt gemaakt van steenachtig bouwpuin. Plastic wordt zoveel mogelijk bij de sloop uit het bouwpuin gescheiden. Het is in de praktijk niet mogelijk om al het plastic er vooraf uit te halen, omdat bijvoorbeeld pluggen of ingefreesde leidingen vast zitten aan of in het bouwpuin. Verwerkende bedrijven maken deze stroom daarom na vermalen zo schoon mogelijk, door het plastic er handmatig of machinaal uit te verwijderen. Een kwalitatieve norm (sporadisch voorkomen) is dan niet werkbaar.

Ik vind het belangrijk dat we het milieu beschermen en we zo veel mogelijk voorkomen dat plastic in recyclinggranulaat blijft zitten en in het milieu terecht komt. Ik ben daarom voornemens te onderzoeken of en welke aanvullende mogelijkheden er zijn om de 1% regel aan te scherpen of op een andere manier het gebruik van recyclinggranulaat beter te reguleren. Dat moet ik zorgvuldig onderzoeken, omdat recyclinggranulaat 30% van de totale jaarlijkse Nederlandse afvalstroom omvat en meerdere toepassingsgebieden kent waarbij het granulaat veelal is afgedekt, in- of opgesloten. De belangrijkste toepassing is funderingsmateriaal onder wegen waarmee primaire grondstoffen worden uitgespaard. Ik wil de gevolgen voor de verschillende toepassingsgebieden goed in kaart brengen.

Naast het onderzoeken van de mogelijkheid om het gebruik van recyclinggranulaat, bijvoorbeeld toepassing in natuurgebieden, beter te reguleren, wil ik ook op korte termijn met de gebruikers en producenten in gesprek gaan om, speciaal voor wandelpaden in natuurgebieden, afspraken te maken. Staatsbosbeheer wil het initiatief nemen om met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken. Dit initiatief vind ik lovenswaardig en ik zal Staatsbosbeheer hierbij ondersteunen met expertise. Daarnaast ga ik met de producenten in overleg of het percentage vervuilingen in ieder geval voor deze specifieke toepassing nog verder terug te brengen is.

Ten aanzien van plastic in compost verwijs ik naar de antwoorden op eerdere Kamervragen daarover3.

Beantwoording Kamervragen van het lid Dik-Faber (CU)

Deze vragen zijn ingediend op 17 februari 2021 met kenmerk 2021Z03270.

Vraag 1

Kent u het bericht ´Bospaden worden verhard met plastic bouwafval´4?

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat voor de aanleg van wandelpaden in de natuur, afval uit de bouw wordt gebruikt met plastic erin?

Klopt het dat de paden voor maximaal 1% uit vervuilde stromen als plastic, metaal of rubber mogen bestaan?

Antwoord 1 en 2

Ja.

Vraag 3
Wordt bij de aanleg van de paden toegezien op dit maximale percentage vervuilde stromen?

Antwoord 3

De systeemcontrole is beschreven in de inleiding. Een toepasser is daardoor in staat zelf beoordelen of het product aan de wettelijke normen voldoet door te controleren of er een CE-keur is afgegeven, een KOMO-certificaat beschikbaar is of een conformiteitsverklaring op grond van de Regeling vaststelling van de status einde-afval recyclinggranulaat en of er een NL-BSB certificaat dat aantoont dat wordt voldaan aan de eisen uit het Besluit bodemkwaliteit.

Vraag 4
Bent u het met de ChristenUnie eens dat de in het artikel genoemde ´grove stukjes kunststof´ niet in natuurgebieden thuis horen?

Antwoord 4

Ik deel met u de zorgen over de milieurisico’s van plastics in het milieu. Daarom ga ik onderzoeken hoe ik het gebruik van recyclinggranulaat beter kan reguleren. Hier kom ik eind van het jaar op terug. Ondertussen heeft Staatsbosbeheer het voornemen om met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken. Dit initiatief vind ik lovenswaardig en ik zal Staatsbosbeheer hierbij ondersteunen met expertise.

Vraag 5
Klopt het dat de keuze van Staatsbosbeheer voor recyclinggranulaat uit kostenoverwegingen is gemaakt?

Antwoord 5

Bij de keuze van een verhardingslaag door Staatsbosbeheer worden meerdere criteria gehanteerd, waaronder ook de kosten. Zie ook het antwoord op vraag 7.

Vraag 6
Zijn er andere natuurorganisaties of beheerders van gebieden die recyclinggranulaat toepassen voor het aanleggen of onderhouden van paden?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Wat is er volgens u nodig aan financiële middelen om bij aanleg en herstel van wandelpaden het recyclinggranulaat te vervangen voor een duurzaam alternatief als schelpen of split?

Antwoord 7

Elk type verharding heeft een milieu-impact, zo ook schelpen of split. Staatsbosbeheer heeft aangegeven met andere natuurbeheerders en de branche het gesprek te willen aangaan over de wenselijkheid van de toepassing van recyclinggranulaat op wandelpaden en de mogelijkheid van alternatieven. In dit traject kan een bredere analyse plaatsvinden op de milieu-impact van verschillende verhardingsmaterialen en de kosten daarvan.

Vraag 8

Bent u bereid zich in te zetten om de in het artikel genoemde vorm van vervuiling tegen te gaan?

Vraag 9

Bent u bereid de daad bij het woord te voegen en de eisen aan wandelpaden bij te stellen zodat het gebruik van (vervuilende vormen van) recyclinggranulaat helemaal niet meer plaatsvindt?

Antwoord 8 en 9
Voor recyclinggranulaat ga ik onderzoeken of ik de verontreinigingen met plastic beter kan reguleren. Dat wil ik zorgvuldig onderzoeken. Recyclinggranulaat omvat 30% van de totale jaarlijkse Nederlandse afvalstroom en kent meerdere toepassingsgebieden waarbij het granulaat vaak is afgedekt, in- of opgesloten. De belangrijkste toepassing is funderingsmateriaal onder wegen waarmee primaire grondstoffen worden uitgespaard. Ik wil de gevolgen voor de verschillende toepassingsgebieden goed in kaart brengen.

Naast het onderzoeken van de mogelijkheid om het gebruik van recyclinggranulaat beter te reguleren wil ik echter ook op korte termijn met de gebruikers en producenten in gesprek gaan om, speciaal voor wandelpaden in natuurgebieden, afspraken te maken. Staatsbosbeheer wil initiatief nemen om met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken. Dit initiatief vind ik lovenswaardig en ik zal Staatsbosbeheer hierbij ondersteunen met expertise. Daarnaast ga ik met de producenten in overleg of het percentage vervuilingen in ieder geval voor deze specifieke toepassing nog verder terug te brengen is.

1 Pointer, 15 februari 2021, 'Staatsbosbeheer stort met plastic vervuild bouwpuin in natuurgebieden' https://pointer.kro-ncrv.nl/staatsbosbeheer-stort-met-plastic-vervuild-bouwpuin-in-natuurgebieden

2

3 Kamerstukken II, 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen, 964; Kamerstukken II, 2019-2020, Aanhangsel van de Handelingen, 135; Kamerstukken II, 2019-2020, Aanhangsel van de Handelingen, 1740; Kamerstukken II, 2020-2021 Aanhangselen van de Handelingen, 1432.

4 Trouw, 15-2-2021

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.