Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (EZK – Klimaat en Energie) informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken energiebesparingsplicht en informatieplicht, en zij gaat in op de ontwikkelingen met betrekking tot de huidige doelgroep.
Energie besparen is van groot belang voor CO₂-reductie en het behalen van de klimaatdoelen. Energie die niet gebruikt wordt hoeft namelijk niet geproduceerd en getransporteerd te worden. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken energiebesparingsplicht en informatieplicht. Ik ga hierbij in op de ontwikkelingen met betrekking tot de huidige doelgroep. Ik informeer uw Kamer na de zomer apart over onder andere de energiebesparingsresultaten van de energiegrootverbruikers die deelnemen aan de convenanten MJA3 en MEE en de uitvoering van de motie Van der Lee (Kamerstuk 32813, nr. 575) over het energiebesparingspotentieel van ETS-bedrijven.
De energiebesparingsplicht uit het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren. Het gaat hierbij om bedrijven en instellingen die meer dan 50.000 kWh of 25.000 m³ aardgas(equivalent) per jaar gebruiken. De verplichting is gekoppeld aan energiegebruik en raakt dus een deel van het mkb, maar de doelgroep bestaat ook uit niet mkb-bedrijven en instellingen. Op 2 mei 2019 trad de informatieplicht energiebesparing in werking voor deze energiebesparingsplichtige doelgroep.(1) De informatieplicht houdt in dat diezelfde bedrijven en instellingen vanaf dat jaar één keer per vier jaar moeten rapporteren welke energiebesparende maatregelen ze hebben uitgevoerd. Het doel van de informatieplicht is enerzijds om bedrijven te informeren waar ze aan moeten voldoen om zo de naleving van de energiebesparingsplicht te verbeteren. Anderzijds is het doel om informatie gestuurd toezicht en de handhaving op de energiebesparingsplicht beter mogelijk te maken.
Bij de introductie van de informatieplicht is aangekondigd dat deze plicht wordt geëvalueerd. De geleerde lessen kunnen gebruikt worden bij de volgende ronde van de informatieplicht in 2023. Met deze brief kijk ik daarom terug op de introductie van de informatieplicht. Daarnaast ga ik in op nieuwe inzichten in het energiebesparingspotentieel, de ondersteuning die ik gegeven heb aan het bedrijfsleven, de ondersteuning voor extra toezicht en handhaving, kondig ik aan 1 Stb. 2019, 167. Pagina 2 van 10 Directoraat-generaal Klimaat en Energie Directie Warmte en Ondergrond Ons kenmerk op welke wijze DGKE-WO / 21168898 ik de reeds toegezegde extra middelen (Kamerstuk 32813, nr. 644) zal inzetten en ga ik in op de volgende ronde van de informatieplicht. Met deze brief geef ik ook invulling aan de motie Moorlag die de regering verzoekt met het bedrijfsleven in overleg te treden om de nalevingsgraad te verhogen, dit krachtig te stimuleren en met de medeoverheden in overleg te treden om het toezicht en de handhaving te verbeteren, en uw Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren (Kamerstuk 32813, nr. 640). Daarnaast geeft onderstaande ook invulling aan de motie Van Tongeren die de regering verzoekt om met MKBNederland in gesprek te gaan over hoe efficiënter gebruik van aardgas gestimuleerd kan worden, bijvoorbeeld via extra voorlichting (Kamerstuk 34775- XIII, nr. 121).
Bijlage 1: Verwachte effecten van de energiebesparingsplicht uit de Wet milieubeheer
Bijlage 2: Evaluatie Informatieplicht Energiebesparing
1) Stb. 2019, 167.