Het kabinet wil in de hele keten van de woningbouw maatregelen nemen om knelpunten op te lossen om het woningtekort aan te pakken. Deze aanpak sluit aan bij het advies van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Woningbouw en Grond eerder dit jaar, waarop het minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vandaag de kabinetsreactie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het kabinet neemt maatregelen voor alle pijlers in het woningbouwproces – voldoende ruimte, grond, bouwprojecten en afnemers – om de nieuwbouwproductie te versnellen. In de ontwerp-Nota Ruimte wijst het kabinet voor de zomer van 2025 nieuwe grootschalige woninggebouwgebieden aan.
Volgens de onderzoekers heeft het geen zin om slechts één knelpunt op te lossen. Verderop in de keten kan dan alsnog een opstopping ontstaan. Het woningtekort moet dus integraal worden aangepakt, concludeert het IBO in het onderzoeksrapport ‘Op grond kun je bouwen’.
De beschikbaarheid van voldoende betaalbare grond is essentieel. Als de prijs te hoog is, komt de grond niet beschikbaar en stokt de bouw. Daarom onderzoekt het kabinet verschillende maatregelen om de prijs laag te houden. Dat kan onder andere door de waardestijging van grond voor publieke doelen te gebruiken via een planbatenheffing en gemeenten te ondersteunen bij de aankoop van grond.
Veel bouwprojecten kampen met financiële tekorten. Daarom biedt het kabinet ondersteuning. Zo ontvangen gemeenten vanaf 2025 een realisatiestimulans: een vast bedrag voor elke betaalbare woning die ze realiseren. Dit vervangt deels verschillende uitkeringen. Hierdoor wordt voortaan niet meer het plan maar de prestatie beloond. En wordt de administratieve last verlaagd, omdat er niet meer verschillende subsidies aangevraagd hoeven te worden. Bepaalde gebieden, waarin bijvoorbeeld ook grond gesaneerd moet worden, kunnen nog wel aanspraak maken op de Woningbouwimpuls. Voor grootschalige gebieden komt er een vervolg op het gebiedsbudget.