Op 17 december is de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat (BnIW) aangepast. Deze treft u hier aan. De aanpassing ziet op twee onderdelen van de BnIW. Eerder schreef Bas ten Kate over wijziging van de beleidsregel in dit blog.
Artikel 3 lid 2 van de BnIW bepaalde wat onder het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico valt. Dat is in ieder geval schade van maximaal 2% van de normomzet van een onderneming. De tekst lijkt te suggereren dat schade die niet groter is dan 2% van de normomzet, voor rekening van de benadeelde blijft. Een schade gelijk aan 2% van de normomzet kan echter corresponderen met een grotere omzetdaling. Om de schade te bepalen, moet men immers eerst de bespaarde kosten op de omzetdaling in mindering brengen.
In de toelichting werd echter verwezen naar rechtspraak van de Afdeling en naar artikel 6.2 lid 2 Wro. Daarin is sprake van 2% van het inkomen. Het inkomen van een onderneming is niet gelijk aan de omzet.
In de aanpassing wordt deze onduidelijkheid weggenomen. Na aanpassing staat in artikel 3 lid 2 BnIW dat onder het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico in ieder geval valt schade ten gevolge van een omzetdaling van maximaal 2% van de normomzet van een onderneming dan wel schade ten gevolge van een kostenstijging van maximaal 2% van de normkosten van een onderneming.
Overigens zal een minimumforfait voor inkomensschade bij indirecte planschade in de Omgevingswet niet terugkeren. Het vaste percentage van 4% (art. 15.7 Omgevingswet) ziet alleen op schade die bestaat uit een waardevermindering van een onroerende zaak.
Artikel 13 lid 1 BnIW omvat nu dat een onderneming die om een vergoeding van inkomensschade vraagt bij de aanvraag dient te verstrekken de jaarrekeningen en de maandcijfers van de drie jaren voorafgaand aan het schadejaar en de maandcijfers van het lopende schadejaar. De jaarrekeningen en maandcijfers dienen te zijn voorzien van een handtekening van de bestuurder van de onderneming of bij een accountantsrapport een handtekening van een accountant. In de praktijk moeten deze bescheiden nu ook ingebracht worden, maar dit was geen vereiste om het verzoek in behandeling te kunnen nemen en gebeurde daarom in de regel pas gedurende de behandeling van het verzoek. Het verzoek wordt na de wijziging pas behandeld nadat bedoelde cijfers verstrekt zijn.
Omdat de aanpassing vooral een verduidelijking van al bestaande beleidsregels betreft is zij direct (17 december 2020) in werking getreden.