De Afdeling advisering van de Raad van State (adviseur van de regering en het parlement) heeft op 12 juni 2020 een kritisch advies uitgebracht over het wetsvoorstel ‘Wet regulering mengformules’. Dit wetsvoorstel wijzigt de Drank- en Horecawet en biedt meer mogelijkheden voor winkeliers, dienstverleners en horecaondernemers tot het mengen van verschillende functies (blurring), zodat zij winkelgebieden aantrekkelijker kunnen maken voor consumenten. Denk bijvoorbeeld aan een boekwinkel met een café, een kledingwinkel die aan zijn klanten een glas champagne kan aanbieden, een restaurant dat de schilderijen aan de muur verkoopt of een barbier die whisky serveert. Deze initiatieven klinken voor veel consumenten (en daarom ook ondernemers) aantrekkelijk, maar passen vaak niet binnen de huidige Drank- en Horecawet. In deze blog beschrijf ik de kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State en de gevolgen daarvan voor het wetsvoorstel.
De huidige Drank- en Horecawet (hierna: DHW) kent een strikte scheiding tussen horeca met alcoholverstrekking aan de ene kant en detailhandel en dienstverlening aan de andere kant. Een wijnhandelaar die in zijn winkel tegen betaling een glas wijn aan wil bieden of een café dat flessen wijn voor thuis wil verkopen, mag dat op basis van de DHW niet doen vanuit dezelfde ruimte. In winkels is het namelijk niet toegestaan om alcoholhoudende dranken te verkopen voor consumptie in de winkel en het is een horecabedrijf niet toegestaan om in het café of restaurant detailhandel uit te oefenen. Deze regels passen niet altijd bij de veranderende behoeften van de consument en de ondernemer. Praktisch shoppen doet de consument online en voor een beleving gaat de consument langs fysieke winkels. Het wetsvoorstel versoepelt de regels voor het verkopen en schenken van alcohol en creëert daardoor meer mogelijkheden tot een vermenging van functies tussen horeca, detailhandel en dienstverlening. Ondernemers kunnen hiermee inspelen op de veranderende behoeften van de consument. Door het verdwijnen van de strikte scheiding tussen horeca met alcohol aan de ene kant en detailhandel en dienstverlening aan de andere kant, worden winkelgebieden aantrekkelijker voor de consument.
Zie ons artikel ‘Blurring 2.0: goed geregeld?’ voor meer informatie over het wetsvoorstel en de mogelijkheden die het met zich meebrengt voor ondernemers.
De Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) is het eens met het streven om ondernemers in staat te stellen in te spelen op de veranderende behoeften van consumenten, maar is ook kritisch over de inhoud van het wetsvoorstel. De Afdeling heeft het wetsvoorstel beoordeeld aan de hand van een aantal onderwerpen: 1) de wettelijke context, 2) de noodzaak en effectiviteit, 3) de reikwijdte van het voorstel, 4) het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet en 5) de Dienstenrichtlijn. Ik bespreek hieronder de verschillende onderwerpen en het advies daarover van de Afdeling.
Wettelijke context: DHW
De Afdeling heeft eerst gekeken naar het doel van de DHW en dit doel vergeleken met het gevolg van het wetsvoorstel. Het toestaan van mengvormen leidt ertoe dat alcohol op meer plaatsen kan worden verkocht. Dit komt niet overeen met het doel van de DHW, namelijk het terugdringen en voorkomen van drankmisbruik door het aantal verkooppunten te beperken en verantwoordelijkheid neer te leggen bij de ondernemers die alcohol verkopen. Omdat het wetsvoorstel niet overeenkomt met dat doel, vindt de Afdeling dat meer aandacht had moeten worden besteed aan hoe de gevolgen van het wetsvoorstel zich verhouden tot het doel van de DHW.
Noodzaak en effectiviteit
De Afdeling heeft daarnaast de noodzaak en de effectiviteit van het wetsvoorstel beoordeeld. De Afdeling vraagt zich in dit verband af of een functievermenging met het verstrekken van alcohol een oplossing biedt voor bestaande leegstand en of dit zal bijdragen aan de levendigheid in winkelgebieden. Momenteel is namelijk al een aantal vormen van blurring tussen winkels en (alcoholvrije) horeca toegestaan. De Afdeling wil weten of de functievermenging met het verstrekken van alcohol van toegevoegde waarde is ten opzichte van de bestaande mengvormen tussen winkels en het aanbieden van alcoholvrije dranken.
Reikwijdte van het voorstel
Het wetsvoorstel is onder meer bedoeld om mogelijk te maken dat een kapper tijdens de knipbeurt een glas wijn serveert. In het wetsvoorstel wordt deze vorm van blurring ‘het gemengd kleinhandelsbedrijf’ genoemd. De activiteit van een gemengd kleinhandelsbedrijf bestaat volgens de definitie ‘in hoofdzaak uit het uitoefenen van kleinhandel in een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte (een winkel), gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank (het verkopen van dranken met een alcoholgehalte van minder dan 15 procent)’. De Afdeling is kritisch over deze definitie en merkt op dat niet duidelijk is of kapsalons en vergelijkbare dienstverleners daaronder vallen, omdat het moet gaan om een bedrijf dat zich in hoofdzaak bezighoudt met detailhandel.
Besluit eisen inrichting DHW en de Dienstenrichtlijn
Als gevolg van het wetsvoorstel komt het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet in zijn geheel te vervallen. In dit besluit staan de eisen opgesomd waaraan een inrichting waarin alcohol wordt geschonken, moet voldoen (denk aan minimale afmeting van de ruimten). Het is volgens de Afdeling onvoldoende duidelijk waarom dat hele besluit vervalt. Ook aan de eisen die volgen uit de Dienstenrichtlijn is te weinig aandacht besteed, vindt de Afdeling.
Het advies van de Afdeling is niet bindend, maar wel zwaarwegend. Dat betekent dat de minister niet verplicht is het advies van de Afdeling over te nemen. Wel heeft de minister naar aanleiding van het advies een aantal wijzigingen aangebracht:
In de toelichting op het wetsvoorstel is een passage opgenomen over de Dienstenrichtlijn, waaruit volgt dat het wetsvoorstel in lijn is met de EU-regelgeving;
Naast het begrip ‘gemengd handelsbedrijf’ is het begrip ‘gemengd ambachtsbedrijf’ toegevoegd waaronder dienstverleners kunnen vallen;
Onderdelen van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet zullen toch blijven gelden.
Het wetsvoorstel is, samen met het advies van de Afdeling, ingediend bij de Tweede Kamer. Tweede Kamerleden kunnen nog wijzigingen voorstellen. Als de Eerste en Tweede Kamer het wetsvoorstel aannemen, dan wordt de wet ondertekend door de Koning en de minister en wordt de wet van kracht. Tot die tijd is functievermenging met het verstrekken van alcohol (in dezelfde ruimte als waar ook detailhandel of dienstverlening plaatsvindt) nog niet toegestaan op grond van de DHW.
Indien u meer wilt lezen over de toepassing van de huidige DHW en blurring kunt u de eerdere blogs op onze website lezen: ‘Blurring in de praktijk’, ‘Mengvormen in de Drank- en Horecawet, het eindrapport’, ‘De Drank- en Horecawet: wat wij tot nu hebben geleerd van de Slijtersunie’.