Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

BOPA en participatie

De uitspraak van 30 augustus 2024 is verder interessant in het rijtje uitspraken dat inmiddels is verschenen over de invulling van verplichte participatie.

13 september 2024

Blog

Blog

Zie over de eerdere uitspraken ons blog Jurisprudentie Omgevingswet in 2024 - deel IV in deze reeks. Op grond van de Omgevingswet geldt dat participatie door de aanvrager van een omgevingsvergunning vrijwillig is, maar dat de gemeenteraad gevallen van activiteiten kan aanwijzen waarin participatie verplicht is voordat een aanvraag om omgevingsvergunning voor een BOPA kan worden ingediend (art. 16.55, lid 7, Ow). De gemeenteraad van Wijchen heeft voor een omgevingsvergunning als in deze uitspraak aan de orde participatie verplicht gesteld. Inmiddels verworden tot een standaardoverweging in de uitspraken over participatie, overweegt ook in deze zaak de voorzieningenrechter dat ‟in die gevallen dat participatie verplicht is gesteld, de participatie wel enige betekenis moet hebben. Anders zou het verplicht stellen van participatie weinig zinvol zijn. Het hangt vervolgens af van de aard van het project en de impact op de omgeving wat er in redelijkheid aan participatie gedaan moet worden. Het is in eerste instantie aan het college om te beoordelen of de initiatiefnemer in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de verrichte participatieˮ. In dit geval oordeelt de voorzieningenrechter dat een gesprek en e-mailcontact met direct omwonenden voldoende participatie betreft. 

In een andere uitspraak eerder deze maand van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2024 (gepubliceerd op 12 augustus 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:4679), zien we ook de standaardoverweging met betrekking tot de participatieplicht terug. De uitspraak betreft een evenementenvergunning, verleend door de burgemeester van de gemeente Amsterdam en een tijdelijke omgevingsvergunning voor een BOPA, verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, voor het No Art Festival in het Flevopark in Amsterdam. Vergunninghouder had een participatieplan met daarin verslaglegging van het participatietraject. Daaruit volgt dat vergunninghouder contact heeft gezocht met verschillende bedrijven, ondernemers en bewoners rondom de festivallocatie. Alle gesprekken begonnen met een evaluatie van de vorige editie van het festival en er is gesproken over communicatie en bereikbaarheid. De voorzieningenrechter oordeelt dat de enkele stelling van verzoekster dat zij vindt dat zij is uitgesloten van participatie, niet maakt dat onvoldoende aan participatie is gedaan. Ook houdt participatie niet in dat de participant in het gelijk moet worden gesteld. Het college heeft in redelijkheid kunnen beslissen dat vergunninghouder voldoende aan participatie heeft gedaan.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.