"De G32 heeft in een brief aan de Commissie Binnenlandse Zaken/Algemene Zaken van de Eerste Kamer gepleit voor een werkbare Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Het is van belang voor de G32-steden, vanwege de uitvoerbaarheid van de wet en de borging van de handhavende verantwoordelijkheid van gemeenten, dat de aangenomen amendementen in volle omvang worden geïnterpreteerd en overgenomen, om zo een werkbaar stelsel te waarborgen. Ook verzoekt de G32 de verdere uitwerking en implementatie van de Wet onder te brengen binnen de invoering van de Omgevingswet."

Download hier de brief van 24 maart.
Op 10 maart jl. heeft uw commissie besloten op 4 april een voorbereidend onderzoek te houden betreffende de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34.453) Deze wet regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwen. Aannemers moeten op grond van deze wet zelf controleren of zij voldoen aan alle bouweisen.
Wij zijn u erkentelijk dat u tot dit voorbereidend onderzoek bent overgegaan. Aanvullend op onze brief van 24 februari jl. willen wij u ten behoeve van het voorlopig verslag nog een aantal argumenten meegeven, waarvan wij hopen dat u deze bij uw verslag zult betrekken.
Het in de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel wijst de gemeente aan als partij die moet handhaven tijdens en na de bouw. Daarbij ligt er bij private toezichthouders geen enkele verplichting tot handhaven. Die rol kan de gemeente alleen vervullen als zij ook mogelijkheden heeft voor een (steekproefsgewijze) inhoudelijke beoordeling voorafgaand aan - en tijdens - de bouw. Conform het wetsvoorstel is deze beoordeling door het bevoegd gezag onmogelijk omdat de gemeente de relevante informatie niet meer krijgt. In onze optiek en die van een grote meerderheid in de Tweede Kamer was dit een weeffout. De door de Tweede Kamer aangenomen amendementen1 over de rol van het bevoegd gezag hebben beoogd deze weeffout te dichten.
1) Amendement-Albert de Vries over een aanscherping van de waarschuwingsplicht van aannemers (34.453, nr. 15), amendement-Albert de Vries over een risicobeoordeling bij de vergunningaanvraag voor het bouwen van bouwwerken die onder het stelsel van kwaliteitsborging worden gebracht (34.453, nr. 16) en amendement-Albert de Vries over de introductie van een consumentendossier en het stellen van regels aan de gereedmelding bij het bevoegd gezag (34.453, nr. 17)
In de Haagse pilot is deze weeffout als onwerkbaar ervaren. De pilot waarin, vooruitlopend op nieuwe wetgeving, het bouwtoezicht bij private partijen is ondergebracht levert de gemeente Den Haag onvoldoende zekerheid over de bouwkwaliteit. De private toezichthouders kunnen niet op dit moment volledig hard maken dat opgeleverde woningen voldoen aan de bouweisen. En ook het schaduwtoezicht van de gemeente Den Haag kan die onzekerheid niet geheel wegnemen, omdat de gemeente mogelijke gebreken pas na oplevering kan constateren.Mede om die reden is de pilot voortijdig afgebroken. De nieuwe wet is daarom voor ons alleen aanvaardbaar als de aangenomen amendementen zorgvuldig in een AmvB worden opgenomen en uitgewerkt. Het ministerie voor Wonen en Rijksdienst heeft, vermoedelijk vanuit onvoldoende oog voor de praktijk, recent publiekelijk een afgezwakte uitleg aan deze amendementen gegeven ten opzichte van hoe deze volgens de toelichting bedoeld zijn. Als deze afgezwakte uitleg wordt doorgevoerd, zal de nieuwe wet onwerkbaar zijn en door geen enkele partij meer handhaven.
Vanwege de uitvoerbaarheid van de wet en de borging van de handhavende verantwoordelijkheid van gemeenten is het voor grote steden binnen het G32-stedennetwerk van wezenlijk belang dat de aangenomen amendementen in volle omvang geïnterpreteerd en overgenomen worden teneinde een werkbaar stelsel te waarborgen. Daarnaast zijn er nog veel onduidelijkheden met betrekking tot de financiering van de rol en achterblijvende taken van de gemeenten. Wij hopen dat u hiervoor aandacht wilt vragen bij de minister.
Als de Eerste Kamer instemt met het voorliggende wetsvoorstel, is het eveneens van groot belang dat de minister de VNG nauw betrekt bij de nadere uitwerking en implementatie van de wet en bij de bepaling van een verantwoorde invoeringsdatum. Tevens hopen wij dat u er bij de minister voor wilt pleiten dat er goede financiële afspraken worden gemaakt, zodat gemeenten ook daadwerkelijk hun taken kunnen blijven uitvoeren.
Met name omdat er nog tal van uitvoeringsfasen nader geregeld moeten worden en een implementatietraject nodig is, komt de daadwerkelijke inwerkingtreding van de wet dicht te liggen bij de beoogde invoeringsdatum van de Omgevingswet in juli 2019. De wet private kwaliteitsborging zal ondergebracht moeten worden in de Omgevingswet. Hierdoor zal ook de werkwijze met betrekking tot afgifte van vergunningen, handhaving en toezicht opnieuw veranderen. Dat betekent dat gemeente en werkveld twee keer in korte tijd hun werkwijze zullen moeten aanpassen en inregelen. We geven u dan ook in overweging om de wet controversieel te verklaren en de minister te suggereren de verdere uitwerking en implementatie onder te brengen binnen de invoering van de Omgevingswet.
Mocht u naar aanleiding van onze inbreng nog vragen hebben over ons standpunt met betrekking tot deze wet, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende.
Hoogachtend,
J.A. Fackeldey
Voorzitter fysieke pijler G32 stedennetwerk
Wethouder van Lelystad
Download hier de brief van 24 februari 2017.
Geachte commissieleden,
Op 7 maart aanstaande staat op de agenda van de Eerste Kamercommissie BiZa/AZ de bespreking van de procedure met betrekking tot de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34.453). Deze wet regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwen. Aannemers moeten op grond van deze wet zelf controleren of zij voldoen aan alle bouweisen.
Tijdens de behandeling in de kamer heeft u kennis kunnen nemen van de kritiek op deze wet van zowel de VNG als de G32, maar ook van de kritiek van een groot aantal bouw- en consumentenorganisatie. Het G32-stedennetwerk, het netwerk van 38 (middel)grote steden in ons land, wil u, mede omwille van die kritiek, verzoeken om middels een (voorlopig) verslag aandacht bij de minister te vragen voor enkele prangende vraagstukken. Ons inziens zijn hier voldoende argumenten voor.
Wij steunen het achterliggende principe dat aannemers meer verantwoordelijkheid krijgen. Maar hiervoor is betere wetgeving nodig dan er nu voorligt en dienen gemeenten meer zekerheid te hebben over de bouwkwaliteit van woningen dan nu in de wet is voorzien . In feite komt de nieuwe wet neer op het privatiseren van het bouwtoezicht. Maar het risico bestaat dat aannemers te laat rapporteren, of onvolledig en soms onsamenhangende rapporten afleveren. Steden staan dan met de rug tegen de muur en zijn niet in staat de kwaliteit van het particuliere toezicht te beoordelen. Ten slotte is er geen heldere opvatting over de rol en de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en is ook het vraagstuk van de legesuitwerking nog onvoldoende uitgewerkt.
Op 21 februari jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel. In het uitvoerige plenaire debat bleek dat de Kamer ook twijfels had bij het wetsvoorstel; dit komt bijvoorbeeld naar voren uit de amendementen en moties waarmee het voorstel is aangepast. In de amendementen worden verschillende nieuwe instrumenten geïntroduceerd zoals de risicobeoordeling en het consumentendossier. Deze instrumenten dienen nog ontwikkeld te worden. Bovendien is onvoldoende zicht op implementatie en achterliggende uitvoeringsbesluitvorming. Tenslotte is nog niet duidelijk hoe deze wet uiteindelijk in de omgevingswet terecht zal komen en hoe de invoering en implementatie van deze wet zicht verhoudt tot de in invoering van de omgevingswet juli 2019.
Hoewel de aangenomen moties en amendementen een deel van de zorg die wij hebben wegnemen, blijven wij van mening dat er nog steeds majeure uitwerkingsvraagstukken liggen die een goede en snelle invoering van de wet in de weg staan.
Gelet op bovenstaande vragen wij uw Commissie om (voorlopig) verslag uit te brengen over dit wetsvoorstel. Indien uw Kamer hiertoe overgaat zullen wij ons verzoek graag nog nader inhoudelijk toelichten.
Hoogachtend,
J.A. Fackeldey
Voorzitter fysieke pijler G32 stedennetwerk
Wethouder van Lelystad