Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bronckhorst maakt omgevingsplan in STOPTPOD met transitiehoofdstuk

Wat doe je als je nog geen besluit hebt genomen over de structuur van je omgevingsplan, maar tóch al STOP/TPOD wilt gebruiken voor gebiedsontwikkelingen? Gemeente Bronckhorst heeft hiervoor een slimme oplossing: transitiehoofdstuk 21. Een tijdelijk hoofdstuk waarin de wijzigingen in STOP/TPOD voorlopig verzameld worden. Zo kan men toch al oefenen met de juiste standaard en parallel rustig doorgaan met het uitdenken van de nieuwe omgevingsplanstructuur. Waarbinnen de wijzigingen uiteindelijk een vaste plek zullen krijgen. Beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening Chris Lubbers en Tom Nierkes nemen ons graag mee in de eerste op deze manier uitgevoerde wijziging: een veegplan met twee locaties.

VNG 13 december 2024

Blog

Blog

Winkel openhouden

Om maar meteen met dit ‘vegen’ te beginnen: dit is niets nieuws voor de gemeente. Lubbers vertelt: ‘Wij werken al sinds 2017 met veegplannen. Twee keer per jaar doen we meerdere gebiedsontwikkelingen in één keer. Handig voor de gemeenteraad, want die hoeft er dan maar eens per half jaar naar te kijken. En ook voor onszelf werkt het prettig om in één keer meerdere wijzigingen in één besluit op te pakken in plaats van steeds regel op regel te moeten aanpassen. Dit is een foefje waar ook andere gemeenten naar kijken. Onder de nieuwe wetgeving wil onze wethouder de winkel zoveel mogelijk openhouden, en het was toevallig weer tijd voor een nieuwe wijziging, dus die konden we nu beetpakken in STOP/TPOD.” Op de eerste locatie gaat het om de omzetting van een bedrijfswoning naar een particuliere woning en vormverandering van de bestemming 'Bedrijf'. Op de tweede locatie gaat het om een uitbreiding van de bedrijfshal. 

Bewust geen TAM-IMRO

De gemeente werkt momenteel op twee sporen aan haar integrale omgevingsplan. Nierkes: “Een tijdelijk hoofdstuk, waar dit veegplan onderdeel van is, en een definitief deel, waarvoor we momenteel de structuur aan het uitwerken zijn. We hadden voor het tijdelijke hoofdstuk natuurlijk ook TAM-IMRO kunnen gebruiken, maar we kiezen heel bewust nu al voor STOP/TPOD. Uiteindelijk moeten we toch hierop overstappen. Dus dat doen we liever meteen: scheelt een hoop extra werk en zo leren we ook direct hoe de nieuwe systematiek werkt.” 

Het idee voor een tijdelijk hoofdstuk kwam van het bureau dat hen ondersteunt bij het omzetten van de bestemmingsplannen naar het omgevingsplan. Lubbers legt uit: “Zij opperden het transitiehoofdstuk 21. Hiermee hoeven we voor de twee locaties nu alleen de regels om te zetten in ‘Omgevingswettaal’, de rest kan vervolgens zo beleidsarm mogelijk. De verordeningen en de bruidsschatsregels nemen we later mee. En bovendien: door het een transitiehoofdstuk te noemen, is voor iedereen duidelijk dat het om een tussenfase gaat. Als we gelijk de structuur van de VNG zouden aanhouden, dan zou het al teveel lijken op een echt omgevingsplan, terwijl we nog niet zover zijn.” 

De gemeente is ook alweer bezig met een nieuwe ronde ontwikkelingen die als een veegplan in ditzelfde transitiehoofdstuk meegaan. Nierkes: “Het zal gaan om negen nieuwe initiatieven en ambtshalve wijzigingen. Ook willen we proberen om bopa’s mee te nemen. Dit moet sowieso binnen vijf jaar en we hebben ze nu goed in beeld.” 

Inzetten van de pons

Om te zorgen dat de regels alleen van toepassing zijn op de twee locaties uit het veegplan, maakt de gemeente gebruik van twee juridische oplossingen. Lubbers: “In de plantekst hebben we specifiek aangegeven op welke locaties het tijdelijk hoofdstuk van toepassing is en daar hangen we ook de geometrieën aan, zodat helder is dat dit tijdelijke hoofdstuk echt alleen voor deze twee locaties geldt. Ook gaan we de pons gebruiken. In feite knippen we hiermee deze locaties uit de betreffende bestemmingsplannen, zodat die onderliggende ruimtelijke regelgeving komt te vervallen en alleen het STOP/TPOD-deel zichtbaar wordt. Dit was een tip van de VNG.” Nierkes vult aan: “Ook werken we met een voorrangsregel, die zorgt dat de regels uit het tijdelijke hoofdstuk voorgaan op de regels uit de bruidsschat. We zijn tot nu toe zo veel mogelijk van de bruidsschat afgebleven, omdat dit nog best ingewikkelde materie is. We pakken dit op in het definitieve plan.”  

Integratie in definitieve structuur

Het transitiehoofdstuk gaat uiteindelijk een plek krijgen in de definitieve structuur. Hoe en waar, daar is de gemeente nog niet helemaal uit. Nierkes: “Voor het definitieve plan gaan we alle regels onder de loep nemen, voorsorterend op definitieve invulling. We nemen ze waarschijnlijk in hoofdstuk 4 of 5 op, maar een definitieve indeling hebben we nog niet. Dit hangt ook af van de vraag of we gaan indelen per gebied of per functie en daar zijn we nog niet uit. We hebben nu nog verschillende functies voor stedelijk en landelijk gebied en die sluiten niet helemaal op elkaar aan.” “We moeten daarom heel goed opletten met annoteren,” gaat Lubbers verder. “Op termijn willen we deze scheiding loslaten en zoeken naar de algemene deler.” 

De gemeente geeft zichzelf tot 2029 om het omgevingsplan af te ronden. “Oorspronkelijk was dit 2028, maar we weten al dat we dát niet redden,” is de eerlijke reactie van Lubbers. “Het stedelijke deel pakken we het eerst beet: we willen dit de komende twee jaar in de juiste structuur omzetten. Vervolgens trekken we ongeveer een jaar uit voor het landelijke deel en tot slot de milieuregels.” 

Zowel Lubbers als Nierkes is ook casemanager van andere projecten, maar beiden proberen zo’n twee dagen per week vrij te spelen voor het omgevingsplan. “Niet altijd makkelijk”, aldus Nierkes. “Goed in de materie duiken, kost veel tijd, net als feeling krijgen met de software. Natuurlijk heeft de VNG een casco dat je kunt overnemen, maar we willen goed kijken wat voor ons wel en niet goed werkt en welke andere opties we hebben. En op softwaregebied verandert nog continu van alles. Om bij te blijven, moeten we dan ook regelmatig softwarebijeenkomsten volgen.” Lubbers haakt hierop in: “Over die tijdsinzet zullen we dan ook zeker nog moeten babbelen met onze manager. We worden zoals gezegd geholpen door een extern bureau, maar uiteindelijk moeten – en willen! – we ook alles zelf doen. We willen alle kennis bewust in huis hebben. Overigens zet zo’n externe partij ons ook aan het denken. Krijgen we opeens de vraag wat we eigenlijk bedoelen met bepaalde regelgeving? Confronterende vragen die ons scherp houden.” 

Leren en inspireren

Hoewel Bronckhorst zeker inspiratie opdoet bij andere gemeenten, gebeurt het vaker andersom. Lubbers: “Een keer in de zoveel tijd komen we in de Achterhoek samen om kennis uit te wisselen. Zo was de gemeente Doetinchem een van de eersten in deze regio met het publiceren van een wijziging omgevingsplan. Wij volgden twee maanden later. Hierbij hebben we wel gekeken naar hoe Doetinchem dit had aangepakt, maar uiteindelijk hebben we het op onze eigen manier gedaan. Doetinchem deed op haar beurt bij ons inspiratie op voor een veegplan. Sowieso doen andere gemeenten nogal eens een consultatie bij ons.”  

De gemeente heeft zelf, samen met het adviesbureau, een consultatie gedaan bij de VNG. “Een mooie les,” vindt Lubbers. “Want ja, de VNG ontdekte naar verwachting nog wel wat foutjes die we moesten repareren en uiteindelijk leer je daar het meeste van.” Waarop Nierkes aanhaakt: “Wees dus niet bang om te experimenteren met STOP/TPOD. Ga er gewoon mee aan de slag. Je zult er uiteindelijk mee moeten werken en hoe eerder je het onder de knie hebt, hoe beter.” Waarop Lubbers afsluit: “En heb geduld. Op dit moment wordt er nog altijd gesleuteld aan de techniek, dus dit gaat soms niet zo snel als je wilt. Houd hier rekening mee. Maar uiteindelijk wordt ook dit natuurlijk steeds beter.” 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.