De bouw maakt langzaam de transitie naar circulair bouwen. We zien steeds meer initiatieven om de milieu impact te reduceren zowel tijdens de ontwerpfase, in de bouwfase als in de gebruikersfase. Een goed voorbeeld hiervan zijn terugnamegaranties die door leveranciers van zonnepanelen worden verstrekt. In dit artikel leggen Marloes Beeren en Noreen Sturris uit waar je als leverancier op moet letten bij het aanbieden van een dergelijke terugnamegarantie.
In het kort komt het erop neer dat de leverancier en de afnemer van de zonnepanelen bij de verkoop afspreken dat de afnemer de zonnepanelen in de toekomst kan teruggeven aan de leverancier. De leverancier kan deze zonnepanelen vervolgens opnieuw gebruiken door de:
grondstoffen te hergebruiken voor andere toepassingen;
zonnepanelen te ontmantelen voor de grondstoffen; of
bouwmaterialen van de zonnepanelen reviseren en opnieuw in de markt brengen.
Op deze wijze zullen er op termijn minder bouwmaterialen worden geproduceerd of via milieubelastende afvalstromen moeten worden afgevoerd.
Er zijn verschillende manieren om een terugnamegarantie in te richten.
Indien de leverancier zelf eigenaar wil blijven van de zonnepanelen, kan bijvoorbeeld een leasecontract worden afgesloten. In dat geval staat de te leveren prestatie van de zonnepanelen centraal en niet de eigendomsoverdracht. In de praktijk wordt dit ‘product-as-a-service dienstverlening’ (ook wel bekend als PaaS) genoemd.
Het nadeel van deze contractvorm is dat zonnepanelen na montage vaak één geheel vormen met het gebouw waarin ze worden toegepast. In deze blog wordt uitgelegd dat dit in sommige gevallen kan worden voorkomen door het vestigen van opstalrechten, maar die weg is vaak kostbaar en administratief complex.
In de praktijk zien we daarom dat in het geval van terugnamegaranties toch vaak wordt gekozen voor eigendomsoverdracht. In dat geval levert de leverancier de zonnepanelen aan een koper waarna de zonnepanelen op het dak van het gebouw worden gelegd. De eigenaar van het gebouw wordt dan eigenaar van het dak én de zonnepanelen die erop liggen.
In de koopovereenkomst dienen partijen afspraken te maken over het op termijn terugnemen van de zonnepanelen. Dit betekent dat de eigendom in de toekomst weer terug komt bij de oorspronkelijke leverancier.
Voordat de (juridische) afspraken vastgelegd kunnen worden is het belangrijk om eerst na te denken over een aantal praktische en commerciële zaken die voor iedere leverancier anders kunnen zijn. Een en ander is natuurlijk ook afhankelijk van de door de leverancier na terugname beoogde toepassing voor de zonnepanelen.
Zo zul je als leverancier moeten nadenken over de looptijd van de terugnamegarantie. Zonnepanelen hebben in beginsel een vrij lange levensduur, maar een leverancier zal alsnog niet gebonden willen zijn om voor een oneindige duur de zonnepanelen terug te nemen. Er zal een termijn aan de bereidheid verbonden zijn die gelinkt is aan het aantal jaren waarop een zonnepaneel nog herbruikbaar of recyclebaar is.
Daarnaast is het goed om vooraf afspraken te maken of, en zo ja voor welke prijs de leverancier de zonnepanelen terugneemt. Aangeknoopt kan bijvoorbeeld worden bij:
een percentage van de verkoopprijs;
de marktwaarde op het moment van terugname;
of een vooraf afgesproken prijs (statiegeld model).
Bij een terugnamegarantie dient ook helder vastgelegd te worden in welke staat de zonnepanelen moeten zijn bij terugname. Afhankelijk van de gewenste toekomstige toepassing kan het bijvoorbeeld van belang zijn dat de zonnepanelen bij terugname goed onderhouden dienen zijn.
Het is raadzaam om hierover afspraken te maken in het koopcontract. Zo kan de leverancier bijvoorbeeld voorschrijven hoe en met welke frequentie er onderhouden moet worden en/of dat de afnemer moet aantonen dat dit onderhoud ook daadwerkelijk verricht is.
Tenslotte is het ook raadzaam om na te denken of de garantie is gekoppeld aan de contractspartij of het gebouw waarin de materialen zijn toegepast. Als de terugnamegarantie alleen geldt tussen de leverancier en de oorspronkelijke afnemer, dan kan bij verkoop van het gebouw de nieuwe eigenaar immers niet zonder meer een beroep doen op de terugnamegarantie.
Dit kan een ongewenst toekomstig effect zijn en het is verstandig om hier vooraf over na te denken.
De terugnamegarantie is een mooi circulair initiatief. Maar om in de praktijk ook het gewenste resultaat te bereiken, dient de leverancier vooraf na te denken over de praktische en juridische uitwerking van de terugnamegarantie. Op die manier is de leverancier ervan verzekerd dat zij in de toekomst ook daadwerkelijk de geleverde zonnepanelen kan en wil terugnemen en dat hieraan deugdelijke afspraken ten grondslag liggen.