Beter een goede buur dan een verre vriend. En bij het zijn van een goede buur horen natuurlijk ook aan aantal verplichtingen. De wet bepaalt dat het niet is toegestaan om richting de eigenaar van het naburige erf onrechtmatige hinder te veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan een nieuw geplaatste dakkapel die ervoor zorgt dat de zonnepanelen van de buurman het grootste gedeelte van de dag in de schaduw komen te liggen.
De vraag is alleen in hoeverre dit als onrechtmatig valt aan te merken. Niet elke vorm van schaduwvorming zal onrechtmatige hinder opleveren. Waar moet u op letten en wat zijn doorslaggevende factoren? Eline Holtland-van der Zwaag en Nika Niels zetten een aantal uitspraken op een rij waarin antwoord wordt gegeven op de vraag: kan sprake zijn van van onrechtmatige hinder door werkzaamheden aan daken die daglicht ontnemen?
Voordat de uitspraken van rechters worden bekeken, volgt eerst een kort lesje burenrecht. De wet bepaalt dat buren elkaar geen onrechtmatige hinder mogen toebrengen door het verspreiden van:
rumoer, stank of rook; of
door het onthouden van licht of lucht.
Het onthouden van daglicht kan dus hinder opleveren als de hinder als “onrechtmatig” kan worden aangemerkt.
Of bepaalde hinder onrechtmatig is of niet, verschilt van geval tot geval. Zo dient men in een drukke binnenstad een bepaalde mate van hinder te dulden: men heeft simpelweg niet gekozen om te gaan wonen in een “hutje op de hei”. Kortom, alle omstandigheden van het geval spelen mee.
Een vaste norm om te bepalen of er sprake is van onrechtmatig hinder door het onthouden van daglicht ontbreekt. Ook bestaat geen (onbeperkt) recht op het hebben van lichtinval aan alle zijden. Relevant zijn onder meer de:
aard, ernst en de duur van de hinder; en
de daardoor veroorzaakte schade.
Hoe oordeelt de rechter over..
.. in de regio Arnhem-Leeuwarden?
Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft zich recent nog geoordeeld over de vraag of de door een nieuw geplaatste dakkapel van de buren gecreëerde schaduw op de zonnepanelen van de eigenaar van het naburige erf onrechtmatig was.
De buur had in dit geval zonnepanelen op zijn dak laten plaatsen in 2015. Vier jaar later plaatste de eigenaar van het naburige erf een dakkapel. Deze dakkapel werpt een deel van de dag schaduw over een deel van de zonnepanelen, waardoor de zonnepanelen een stuk minder rendabel zijn geworden.
Door de rechter (zowel in eerste aanleg als het hof) wordt geoordeeld dat de dakkapel met de bijkomende schaduwvorming geen inbreuk maakt op het eigendomsrecht van de buur. Er is geen sprake van onrechtmatige hinder. De eigenaar van de panelen moest in deze zaak enige schaduwvorming dulden.
Als hoofdregel geldt namelijk dat het een woningeigenaar vrij staat om een dak naar eigen inzicht te gebruiken, bijvoorbeeld door (zoals in deze situatie) het aanbrengen van een dakkapel. Het rendementsverlies was niet hoog genoeg om als onrechtmatig te worden aangemerkt.
.. en in de regio Amsterdam?
Bij de rechtbank Amsterdam ging het om een dakkapel vlak bij een slaapkamerraam. De bewoonster was het hier niet mee eens en vordert verwijdering van de dakkapel.
De rechtbank kent veel waarde toe aan de aard van de omgeving waarin het uitzicht en de lichtinval van de buur is aangetast. Hier was sprake van een drukke en dichtbebouwde woonplaats waar de ruimte sowieso al schaars was. In zo’n omgeving dienen buren over het algemeen behoorlijk veel te dulden als het gaat om hinder, zo ook in deze kwestie.
Dat de overlast ervarende buurvrouw daar al langer woonde dan de buur die een dakkapel had geplaatst, vond de rechter niet van groot belang. In een drukke binnenstad is het namelijk enigszins voorspelbaar dat deze hinder zich gaat voordoen.
Tot slot oordeelde de rechtbank Gelderland over het plaatsen van nieuwe zonnepanelen.
De buurman in kwestie had zonnepanelen geplaatst bij de dakrand, waardoor de eigenaar van het naburige erf meer schaduw had in de woning. Volgens de overlast ervarende buur, zorgden de zonnepanelen voor ongeveer één meter extra schaduw in de herfst- en winterperiode.
De rechtbank oordeelde dat het plaatsen van de zonnepanelen niet tot onrechtmatige hinder leidde. Daarvoor was de gestelde overlast niet groot genoeg.
Uit bovenstaande behandelde uitspraken blijkt dat niet snel sprake is van onrechtmatige hinder. De lat ligt dus vrij hoog: pas in uitzonderlijke situaties overschrijdt de hinder het niveau dat buren in het algemeen van elkaar moeten dulden.
Het is echter raadzaam om bijvoorbeeld bij het plaatsen van zonnepanelen of een dakkapel altijd na te gaan wat dit doet met de lichtinval en het uitzicht van buren. Daarbij volgt uit de praktijk dat overleg vooraf een hoop discussies achteraf kan voorkomen.
Ook gepubliceerd in Roofs