Een grote groep huishoudens woont in een dure woning die bovendien slecht aansluit bij hun voorkeur. Deze huishoudens zijn het meeste gebaat bij de bouw van substantieel meer woningen. Als maar beperkt grond kan worden vrijgemaakt voor woningbouw, verdienen kleinere woningen de voorkeur om deze huishoudens zo goed mogelijk te helpen. Dat blijkt onderzoek van het Centraal Planbureau dat vandaag is verschenen.
Met het onderzoek richt het CPB zich op huishoudens die al een woning hebben in de koopsector of vrije huursector. De onderzochte groep huishoudens behoren meestal tot de middeninkomens. Zij verdienen te veel voor sociale huur, maar te weinig voor een betaalbare woning in de marktsector.
Er is soms discussie over welk type woningen te bouwen, kleine woningen of grotere woningen die zorgen voor doorstroom. De studie laat zien dat het soort woningen dat gebouwd wordt veel minder uitmaakt dan het aantal woningen. Daarbij is het wel van groot belang hoeveel grond beschikbaar is voor woningbouw. Als maar beperkt grond kan worden vrijgemaakt voor woningbouw, verdienen kleinere woningen de voorkeur. Als beleidsmakers toch graag inzetten op grotere woningen, is een veelvoud grond nodig om evenveel huishoudens te kunnen helpen.
Hoeveel en wat voor woningen er uiteindelijk gebouwd kunnen worden, vraagt om politieke keuzes. De omvang van de bouwgrond die beschikbaar kan worden gemaakt, hangt af van welke waarde de politiek aan andere bestemmingen van grond toekent zoals landbouw en natuur. Daarbij is het toekennen van bouwgrond ook sterk regionaal afhankelijk. Zo is in stedelijke gebieden is de bouwgrond beperkt en liggen kleinere woningen meer voor de hand dan in de landelijke gebieden.