Met het einde van de coronacrisis in zicht bereiden steeds meer mensen zich voor om op vakantie te gaan, te genieten van cultuur en weer als vanouds de toerist uit te hangen. De opkomst van bedrijven zoals Booking.com en Airbnb heeft het boeken van overnachtingen nieuw leven ingeblazen. Niet alleen bieden deze platforms de mogelijkheid aan toeristen om goedkoop te overnachten in woonruimten in (Nederlandse) steden, ook verhuurders kunnen hier een aardig zakcentje aan bijverdienen. Door de plotselinge opkomst is er echter weinig toezicht en regulering op het verhuren van woonruimtes op deze manier. De nieuwe Wet toeristische verhuur van woonruimten beoogt overzicht te bieden aan gemeenten. In deze blog leest u wat voor instrumenten gemeenten volgens deze wet hebben om dit soort toerisme te reguleren.
De Huisvestingswet 2014 (Huisvestigingswet) vormt de basis voor gemeenten om het verhuren van woningen te reguleren. De bevoegdheid om regels te stellen ten aanzien van de woningmarkt ligt bij gemeenten. Denk hierbij aan het verlenen van een vergunning voordat een woning mag worden verhuurd. Deze regels worden opgenomen in de gemeentelijke huisvestingsverordening. In de Huisvestigingswet stonden tot 1 januari 2021 echter geen specifieke regels over toeristische verhuur.
Met de opkomst van onder andere Airbnb in Nederland worden er steeds meer woningen verhuurd. Nederland telt momenteel ruim 55.000 te huur staande Airbnb-accommodaties. Het overzicht op verhuurlocaties is vrijwel zoek geraakt. Met ingang van 1 januari 2021 is er een wijziging doorgevoerd binnen de Huisvestingswet: de Wet toeristische verhuur van woonruimte. Deze wijziging beoogt specifiek het verhuren van woonruimten aan toeristen te controleren.
Voordat een gemeente mag gebruik maken van haar bevoegdheid om regels te treffen, moet zij aantonen dat deze regels noodzakelijk en geschikt zijn. Een gemeente mag deze bevoegdheden pas toepassen als de woningmarkt dusdanig wordt benadeeld dat dit leidt tot (verdere) schaarste. Met andere woorden: de gemeente mag pas verplichtingen opleggen aan verhuurders als er anders een situatie ontstaat die nadelig is voor woningzoekenden.
Met intreding van de Wet toeristische verhuur van woonruimte is hier ook een ander scenario aan toegevoegd. Deze wijziging bepaalt dat de gemeenteraad ook mag optreden als dat noodzakelijk is met het oog op de leefbaarheid van de woonomgeving. Niet vereist is dat sprake is van schaarste, het heeft enkel als doel bewoonbaarheid van de woonruimten te waarborgen. Maar waarmee en hoe kunnen gemeenten precies optreden tegen de overlast van grootschalig verhuur van woonruimten?
Uit de nieuw toegevoegde regels in de Huisvestigingswet volgen instrumenten die de gemeente kan aanwenden om controle uit te oefenen op de toeristische verhuur van woonruimten. In alle gevallen gaat het om een bevoegdheid om op te treden neergelegd bij het decentrale overheidsorgaan. Er wordt geen verplichting opgelegd. Dit is ook logisch, niet elke stad ervaart overlast van het verhuren van woonruimten. Wat de belangrijkste bevoegdheden zijn om het toeristische verhuur te reguleren, bespreek ik hieronder.
Gemeenten kunnen registratienummers van verhuurders vorderen. Als een gemeente ervoor kiest uitvoering te geven aan deze registratieverplichting, is het verboden om een woonruimte aan te bieden zonder het vermelden van het registratienummer. De persoon die de woonruimte voor toeristisch verhuur aanbiedt, moet een registratienummer aanvragen en dit bij elke (online) advertentie vermelden. Op deze manier krijgt een gemeente inzage in wie de woonruimte verhuurt, waar het object zich bevindt, en om wat voor soort woonruimte het gaat. Dit soort informatie draagt ook bij aan een efficiënte vorm van handhaving.
Als een gemeente een registratieverplichting in de huisvestingsordening opneemt, kan zij ook een maximum stellen aan het aantal nachten dat een woning per jaar te huur mag staan voor toeristische doeleinden. Hierbij is het wel van belang dat de gemeente onderbouwt waarom het invoeren van een maximaal aantal dagen per jaar noodzakelijk is en waarom de keuze is gevallen op dat maximum. Een uitzondering op dit maximum geldt voor Bed&Breakfasts. Hierbij is de hoofdbewoner namelijk aanwezig ten tijde van het verhuren waardoor eventuele overlast beperkt is.
Naast een beperking voor het maximaal aantal nachten verhuren per jaar, kunnen gemeenten ook bepalen dat verhuurders van woonruimten vooraf een melding moeten maken bij de gemeente. Bij een melding kan de gemeente namelijk makkelijker controleren of het maximale aantal dagen wordt overschreden. De meldplicht in combinatie met een maximum aantal dagen legt een redelijke last bij de verhuurder. Gemeenten moeten daarom goed overwegen in hoeverre deze maatregelen noodzakelijk zijn.
Mocht een gemeente een andere vorm van controle willen, dan kan zij een vergunningplicht invoeren. Dit betekent dat verhuurders een vergunning moeten aanvragen bij het gemeentebestuur als zij woonruimten beschikbaar stellen om te verhuren voor toeristische doeleinden. Dit middel wordt voornamelijk aangewend als de registratie- of meldplicht niet effectief is. De gemeente kan zelfs, als zij dit nodig vindt, een maximaal aantal vergunningen afgeven per gebied.
De zwaarste sanctie die een gemeente tot voor kort kon opleggen vanwege een overtreding van de Huisvestingswet, was een boete van 20.750 euro, ook wel een boete van de vierde categorie genoemd. De praktijk toont aan dat dit onvoldoende belemmering vormt voor illegaal verhuur. Daarom is er met de invoering van de Wet toeristische verhuur van woonruimte gekozen voor een verhoging van de maximale boete, namelijk naar de vijfde categorie. Dit betekent dat bij een forse overtreding een gemeente een boete kan opleggen van 83.000 euro.
Met de wetswijziging krijgen gemeenten meer bevoegdheden om de overlast van illegaal verhuren voor toerisme tegen te gaan. De regels die een gemeente in de huisvestingsverordening kan opnemen variëren van simpele administratieve procedures tot aan verplichtingen of sancties. Op nationaal niveau worden alleen de instrumenten opgesomd en beschreven, waar lokaal de keuze wordt neergelegd óf er maatregelen toegepast worden, en zo ja, welke.